Monday 30 May 2011

Een perfecte orde...

De orde is niet altijd duidelijk. Natuurlijk komt na een onweer een open hemel, en zon en blauw. Gisteren was er zoveel wind. Nu is die gaan liggen. De patronen in de natuur zijn eens helder, dan weer duister en geheim. Maar hoe zit het met de orde in jezelf? Je vraagt het je af? Wat is de richtlijn? Wat de norm? Er is zoveel weggevallen, sinds je jeugd en kindertijd. Je merkt om je heen dat allen op zoek zijn naar veiligheid, helderheid en orde. Het valt ook op dat enkelingen zich laten vangen aan dezelfde schijnoplossingen van weleer: externe macht, politiek, leiders, structuren. Jij ziet het anders. Voor jou ligt de orde in de wanorde. Er is niet iets nodig van buitenuit. Het zal, eenmaal van buitenuit, omgekeerd werken binnenin. Dus laat je dat wat drukt en duwt en dwingt; de prikkels van reclame, van angscreatie, van begeerte en verlangen, even voor wat ze zijn, en je tracht dit alles te doorzien, maar dat valt niet altijd gelijk mee, gezien de verleidelijkheid en de beloftes die de buitenwereld lijken te bieden. De troost is evenwel niet gebleken die te zijn van een parakleet, van een innerlijke christus, of van het lot zo je wil, of het hemelse mandaat, maar het is een bedriegelijke schijn, als de schaduwen in de grot van Plato. Ze zijn vals. Ze hebben geen body. Het zijn slechts beelden, lege wind en gedachtenkronkels. Elkeen gaat evenwel op die manier zijn eigen weg, in een wereld van veranderingen en wisselende gedaantes, en elk van ons zoekt zijn orde, wil zich houden aan de eigen discipline, maar als er geen inzicht is in binnen, dan is er de neiging om het heil, of het kwaad, enkel te zien buiten zich, te projecteren op anderen: de partner, de collega, de baas, de buur, de vreemdeling, de andere, ... Het is onduidelijk waar dit leven naar toe stevent. Je moet je schikken naar dàt leven. Dit schrikt je wel vaak af. Het stelt je soms teleur. Het trotseert je ego. De orde van het leven is de enige orde geworden. Wellicht is er inderdaad geen andere orde dan deze, dan dit Dao waar zo weinigen zich naar richten. Maar ook al richt men er zich niet op, en stroomt men tegenwaarts, er is geen andere weg dan deze, en al het verzet is vergeefs, en is op zich weer onderdeel van de natuurlijke orde,  nu eens in de vorm van een waanzinnig streven naar een gedachten-identiteit die je jezelf hebt aangemeten. Maar wat, Bart, is nu jouw plaats in deze stroom? Waar nestel jij je? Behalve op je vrouw ben je verliefd op een boek, al meer dan vijventwintig jaar. Je weet het, normaal is dat niet. Een mens zou voor minder twijfelen aan de staat van psychische gezondheid. Een toch, jedoch, jij en het boek en de orde, ze zijn verweven in het levenskleed dat je draagt. Je vindt het vreemd dat niet meer mensen interesse hebben voor de I Tjing, het boek der veranderingen. Dit wonderbaarlijke Chinese geschrift toont de binaire code achter de dingen, de mensen, de wereld en het heelal. Misschien ervaren velen het als tè moeilijk, tè ver-van-mijn-bed, op als tè Chinees. Nochtans zijn de tekens, de lijnen en de orakelteksten voor jou zo helder als de zon en de maan. Maar misschien is ook dit valse schijn, en houd je je slechts vast aan een tak boven de afgrond. Wat ga je doen als iemand jou toeroept dat je moet applaudiseren (voor het leven)? Zelfs de I Tjing is beperkt, is bepaald en geconditioneerd. Maar jij vindt er blijkbaar orde in. "Elk volgt het hem verwante". Meer is het niet. Je hoeft er anderen niet mee lastig te vallen. Dat is het. "Waar het hart van vol is, loopt de mond van over", maar jij kan beter zwijgen. De I Tjing -en bij nader inzien het ganse leven- zorgt wel voor zichzelf. Je bent thuis vandaag. Vanavond een les mindfulness geven, maar voor de rest ben je vrij. Zalig is dat. Je zou vanalles kunnen doen. Wandelen, in de tuin werken, een bezoekje brengen aan vrinden, enz.. Maar je kiest ervoor om niets te "doen", maar om te "zijn". Laat gewoon maar komen wat er komt. Je ziet wel. Soms zijn het kleine dingen die je raken. Een dode vlieg op de grond; een gezoen; een stem; een geur. Of een wondje op de huid. Zoals zaterdag, in de toneelopvoering van dochter Zana. Zij speelt bij Lara Taverne in Brugge. Zana bracht er een kleine monoloog, over een wondje op haar voet. Heel goed gedaan. Zo trots als een aap was de papa. Nu merk je inderdaad een klein wondje op je teen. Je kijkt er rustig en aandachtig naar. In de douche ontspant de voet. Het voelt haast teder, het warme water op je lichaam. Op een passende manier loopt het water op de huid naar beneden, in de douchekuip, naar de afvoer, en zo volgt het verder een eigen weg naar buiten, naar de diepte, tot in zeeën en oceanen. In een perfecte orde...  

Tuesday 17 May 2011

De onzichtbare osteopaat

Je hebt het begrepen. Denk je. Maar hoe voelt het? Bevrijdend. Als doodgaan. Wellicht. Misschien dat sommigen het "inzicht" zouden noemen. Of "paradigmawissel". Woorden, woorden, woorden. Definities als visnetten die trachten te wereld te vangen. Het wordt alsmaar minder nodig, die woorden. Je twijfelt of een website, een blog, een boek, een verhaal, een gesprek, een vraag... of het allemaal wel hoeft. Je weet niet meer of het niet een oorzaak is van alsmaar meer chaos, van verwarring. En dit als poging om het leven te willen begrijpen. Woorden zullen het niet in de plaats doen van contact, van verbondenheid, van aandacht en tijd maken voor wat er zich aandient. Toch is het zo dat je je vandaag weer nestelt in woorden van anderen: de "I Tjing essenties" van Han Boering (heel goed) en de zhuangzi (fantastisch alweer). Je verglijdt in de flow van het lezen. Onderwijl, op de achtergrond, hoor je het commentaar bij de Giro, de ronde van Italië, waarin men het heeft over de Erna en Sicilië. Dus moet je denken aan Anne en Dominique aldaar. De zee is er relatief ruig. De hemel lijkt er bewolkt te zijn. Vreemd in deze tijd, vanuit Handzame een gluur kunnen leggen naar een Vulkaan in het zuiden van Italië. Mochten Etruskische of Romeinse inwoners dit hebben mogen meemaken, Jezus zeg. En toch, heden, hier en op dit moment, keren de zaken in rondjes heen en weer. Je moet bij de zinnen van de Taoïst Zhuang Zi innerlijk lachten. De herkenbaarheid van kleine en (schijnbaar) grote zaken. Zoveel eeuwen lang al gebeuren dezelfde dingen, herhalen de verhalen zich in een andere klank, in een andere gedaante, door een ander gezicht. Wijzen als Zhuang Zi bestaan ook nog vandaag de dag. Een Eckhart Tolle, of zo iemand. En alweer zijn er ook het "brood en spelen". Vanavond Genk tegen Standaard. De gedrogeerde renners in de bergen, als helden in de arena. Op televisie, nu (15u op de klok) een aliënachtig menselijk wezen, met strikje, dat in archaÏsche bewoordingen opnieuw dezelfde beloftes maakt, zoals in alle eeuwen voor ons, en die dezelfde lege woorden uitkraamt die niemand nog gelooft. In  de cafés wordt het weer lachen geblazen. Zhuang Zi had er wel een mooi cynisch verhaal over kunnen vertellen. Of je hond die deze morgen, zoals elke morgen, en zoals alle honden in alle tijden, haar eten krijgt. En een Heidi die uithuizig is, als een jager op een Mammoet, en terug zal keren met een buit, bij wijze van brood op de plank. Of de kinderen naar school. De aanstormende zomer na een ijzige winter. Een ongeval op de weg, met wat doden tot gevolg. Enkele avonden geleden een politiecontrole, en natuurlijk werd het blazen geblazen (maar clean, zoals het voor een geheelonthouder past). Neen, het is zo duidelijk geworden, op één of andere wijze, de eeuwige terugkeer der dingen. Iets is in je gekraakt, maar het doet je goed, ook al leek het bij aanvang een ongelofelijke ramp die op je afkwam, maar nu echter lijkt het een onzichtbare osteopaat die jou onder handen heeft genomen. Ambitie is verbleekt, is doorzien. Er is een leegte in je ontstaan die tegelijk alles omvat. Je bent teruggekeerd. Is het een essentie dat je hebt gevonden? Is het een gewoon menselijk patroon, behorende bij een bepaalde leeftijd? Is het een keuzeloos gewaarzijn dat geen ruimte meer laat voor de expansiedrift van een bodemloos ego? Wie zal het zeggen? Met de weemoed samen drijft een lichtheid naar boven. Het is alsof je nog slechts een korte tijd te gaan hebt (ook al zegt de ratio onmiddellijk dat een dergelijke uitspraak absurd is). Wat valt er nog verder te zeggen? Wat te schrijven? Laat er dat zijn wat er is. Het leven leeft zichzelf. Je hebt er niets aan toe te voegen. Je hoeft er niets van weg te nemen, niets te ontkennen. Het is een vrede. In de vrede kunnen je strijdende gedachten en gevoelens geen aansluiting meer vinden. In deze vrede is er rust, is er een zachte of zelfs een luidruchtige lach, en straks je hand die in de hare ligt, of jij die haar fluistert dat ze nooit mag vergeten hoeveel je van haar houdt. Zo zal zij in slaap vallen, terwijl jij wacht. Je kijkt naar het houten plafond. Je staart omhoog, dan weer sluit je de ogen. Je wacht en plotseling  -je weet niet meer precies wanneer- val je in een diepe slaap. Je vertrouwt erop dat het universum je ook morgen weer zal laten ontwaken. Zoniet, dan ben je weer tot de oorsprong teruggekeerd, in een rustig gemoed.