Monday 28 February 2011

I Tjing, zen en polyfonie

In feite is Han Boering een Nederlander met een Chinese ziel. Met Pieter-Jan Ardies van Sjiekong ben ik in de buurt van Amsterdam op bezoek geweest bij de auteur van "de I Tjing voor de 21ste eeuw", een voortreffelijk boek dat de volgende decennia als standdaardwerk kan dienen voor iedereen die de I Tjing, het boek der veranderingen, wil onderzoeken. Het is een uitermate boeiend bezoek, aan een uitermate interessante man. Hij is inmiddels 68 jaar, een heeft mei '68 intens doorgemaakt. Is provo geweest, thuisloze, zelfstandige, zeefdrukker, vader, weduwnaar, en zo veel meer. Hij vertelt honderduit en Pieter-Jan en ikzelf zijn soms verstild. Onhandig sleuren we met camera, kabels en microfoons, om een beetje onze onzekerheid en nietigheid te verbergen. Nochtans zijn de antwoorden van Han op de vragen van Pieter-Jan vrij identiek aan wat we al eerder hadden gehoord, voorbedacht of verondersteld, maar hier en daar is er iets dat raakt tot op het wezenlijke, zoals: "De intuïtie werkt perfect, maar gaat slechts in zovere op tot er enig iets van zelfzucht bij te pas komt, dan is de intuïtie meteen weer weg". Ik kan er alleen maar mee instemmen. Gelijk heeft de wijze man. Het baardje van Han Boering is Chinees. Het is smal aan de zijkanten, op de wangen, en het loopt in een piek naar beneden uit. Nu en dan wrijft hij met de vingers over het sikje, als hij nadenkt, en met zo veel liefde spreekt hij over de moeder van zijn kinderen. Wat moet hij die vrouw hebben liefgehad. Onderwijl rookt hij de ene sigaret na de anderen. Als het wat laat wordt in de namiddag drinkt hij een eerste glas wijn. De as van enige sigaret valt op tafel, op de stoel, op tafel. Het laatste veegt hij in een ruk weg en vertelt erbij dat de tafel pas is geboend, met was, terwijl hij de I Tjing kaarten op tafel legt en begint met het analyseren van de trigrammen en hexagrammen die voor hem liggen. Op de terugweg naar België doen Pieter-Jan en ikzelf een negesprek, met her en der een flarde die we hebben onthouden, dat ons heeft geraakt. De volgende dag, op zaterdag, zijn Heidi en ik naar Gent gereden, om er aan zazen te doen, in de zensangha van Frank Dewaele. Het deed ons beide zoveel goed. Lieve mensen ook. Een fijne sfeer. Met een veertigtal mensen in een grote dojo werd er ook geluisterd naar wat Frank ons wou vertellen over vier stukjes tekst, dialogen, met betrekking tot Joshu, een grote zenmeester van weleer. Een van de dialogen ging als volgt: Een monnik vroeg aan Joshu wat zijn familietraditie inhield, en Joshu antwoordde: "niets hebben van binnen en buiten niets zoeken". En als men aan Joshu vroeg wat de praktijk van zen inhield, antwoordde hij "de praktijk loslaten". Dat zijn heel diepzinnige dialogen. Ik moet ongewild aan Krishnamurti denken. "Niets hebben van binnen", het aan niets hechten, nergens mee identificeren, en van buiten "niets zoeken". En Frank geeft wat duiding, vertelt een anekdote die in verband staat ermee, betrekt er een van de luisteraars bij, enz.. Hij doet me een beetje aan de preek van een priester denken, maar dan spontaner, luchtiger en toch met meer diepgang. Inhoudelijk kan ik me helemaal vinden. Het is een beetje thuiskomen. Maar anderzijds is er de sluimerende ergernis. Ik wil er niet doof of ongevoelig voor zijn. Iets in mij trekt aan de bel. Een leraar vooraan, en volgelingen errond, het is niet echt mijn ding. Zelf volgeling zijn zou me niet lukken, en vanvoor gaan zitten, meer en meer merk ik dat ook dat niet tot mijn "ming" (hemels mandaat) behoort. Laat het tao maar stromen. Laat maar komen wat komt. Iets is mij wil liever de afwas doen, of stofzuigen, dan zogenaamde waarheden te vertellen aan nederige en volgzame luisteraars. Meer en meer is er de mening van "zoek het zelf maar uit", ik heb je niets te vertellen, en dus ook dit geschrijf zint mij alweer niet helemaal. Wellicht sluimert er een soort midlife crisis waar ik geen blijf mee weet. En anderzijds klopt het ook weer helemaal. Ik wil het anders aanpakken, andere dingen gaan doen, gewoon ruimte zijn, en de dingen zich laten voltrekken, zonder enig toedoen of bijdrage, omdat het ok is zoals het is, en elke bedenking slechts een opflakkering is in een koele zuivere wit-blauwe lucht van helderheid, een even microscopische verduistering van één pixeltje tegenover een heldere kosmisch grote achtergrond van hemels licht. Zoals in mijn veelvuldig terugkerende dromen uit mijn kindertijd. Een witte stip vliegt op me af en maakt een sonoor geluid, piepend, en met een alsmaar groter wordende snelheid vliegt het stipje op me af, en ik besef dat het, als een kogel, zal aanbelanden boven mijn neus, tussen beide ogen, maar ik kan niet weg, geen hoofdbeweging maken, en ik word gedwongen te kijken hoe het stipje op me afkomt, en op het moment dat het botst, word ik telkens wakker. Tientallen keren heb ik dat gedroomd, tot aan mijn veertiende jaar of zo. Van Gent reizen Heidi en ik, na een tussenstop in de Fnac (waar we eht boek "in stilte" hebben gekocht van Mirjam van Biemen over retraites in Nederland en België), naar Brugge. In de concertzaal luisteren we naar klassieke muziek, polyfonie. De twaalfstemmige muziek uit de 14de en 15de eeuw (o.a. Monteverdi) kan Heidi niet bekoren, maar ikzelf ben er wild van. Voor mij is dit engelenmuziek, hemels, de eesentie van muziek. Maar ik denk dat zoiets niet eensklaps gesmaakt kan worden. Er is een zekere tijd voor nodig. Of leef-tijd. Ik weet het niet. Alleszins deed het me goed. En met jullie? Hoe vergaat het jullie elke dag? Ik wens jullie alle goeds toe, en hopelijk tot binnenkort.   

Thursday 24 February 2011

Alles is je gegeven

Je komt binnen. Duidelijk een fabriek. De parking is grijs. Het gebouw binnen is muf. Een kleine ruimte waar je de tien mensen te woord mag staan. Het is je taak. Jouw werk. De woorden komen en bereiken de leegte van de ruimte. Sommigen pikken het op. Anderen blijven gevangen in hun eigen gedachten. Ze kijken nu eens verbaasd, dan weer geamuseerd en soms verraadt hun blik het ongeloof. In de reacties komen al de klassieke weerstanden en patronen naar voren. Communicatie is vrij voorspelbaar. de vooringenomenheid en het geloof in de eigen overtuigingen hardnekkig en standvastig. Mensen veranderen niet gemakkelijk. Het is te bedreigend. Maar soms is er iemand van wie duidelijk wordt dat een gevoelige snaar werd beroerd. Er volgt openheid. Je ziet het aan de lichaamstaal. Hij gaat stralen. Er ligt hoop in het gelaat. En daarvoor doe je het. Niet voor de halsstarrigen. Niet om je gelijk te halen. Wat zou het? Het interesseert je geen aap of iemand jouw woorden wil aannemen of niet. Elk van hen is vrij. Elk van hen staat het zelf vrij om te beslissen of ze zichzelf willen ontslaven of niet. Je hebt er geen aandeel in. Het is niet door jouw toedoen. Deze illusie is gelukkig opgebrand. Het heeft niet met jou te maken. Dat is aardig. Toch zweet je wel, onder je oksels. Het is telkens weer van dat. De energie zet zich om in adrenaline, vervolgens in stress en dan in transpiratie. De deo helpt wel. Je hebt deze jaren geleden al ontdekt. En dan, ineens, is er een boeiend verhaal. Iemand in de groep heeft het over een televisieprogramma op National Geographic, dat als onderwerp "communicatie" had. Hij vertelde jou erover. Hoe een man een paard mocht tekenen. Dat hij dat deed en het resultaat niets meer was dan enkele potloodvegen en uiteindelijk een primitief-kinderlijk beeld van iets wat op een paard moest lijken. Daarna beïnvloedden de onderzoekers de hersenen van de man en konden op deze manier het mentale geconditioneerde beeld in hem verwijderen. Als de onderzoekers nadien vroegen om een paard te tekenen, dan bleek de man dit perfect en gedetailleerd te kunnen. Daarme wou men aantonen dat communicatie en geconditioneerdheid het brein kon blokkeren, doen verkleinen, verschrompelen. Je hoort het aan. De jongeman vertelt het enthouwiast. Je bent erdoor geraakt. Hier ligt een diepe waarheid zomaar voor het grijpen. De anderen twijfelen, of het wel kan, wat een vreemd programma, of te moeilijk om te kunnen snappen. Alle gedachten zijn tijd, is het verleden, en is aangeleerd. En het aangeleerde beperkt ons. Nochtans zou het net het omgekeerde moeten zijn, en zou leren uitbreiding moeten betekenen. Toch kunnen concepten, patronen, vooringenomenheid, aannames, ons verhinderen om naar de wereld te kijken in zijn eenvoudige, feitelijke, ontluisterende en heldere kwetsbaarheid. Ook bij jezelf moet je bekennen dat het zo is. De verwondering is soms zo ver weg. Het maakt je droevig. De opvoeders, de samenleving, jijzelf, je hebt je zo bezwaard met voor-kennis, met volheid, terwijl in wezen alles wat bestaat niets anders is dan leeg, dan los, dan niet. Niets kan jij zonder Dit. Niets ben je als een "zelf". Alles is jou gegeven. Elke keer als je meent iets in eigen handen te hebben, dan ontglipt het jou, en telkens iets in jou toelaat te vertrouwen, dan komt het naar je toe, als bij een natuurwet. De naam doet er niet toe. De naam beperkt jezelf, beperkt ook Dàt of Dit", wat Het ook echt zou kunnen bent. Elke naam is onvolledig, onvolmaakt, vals en gemeen. Er is geen naam om Jou te benoemen. Dat is de frustratie. Het Mysterie met geen hersencel te kunnen bevatten, en toch er zo naar te hunkeren, er zo te te kunnen op vertrouwen, er zo zeker van te zijn dat Het hier, of ergens, altijd weer er Is. Het "Ik Ben die Ben" is een "Het Is Wat Het Is". Maar kun je aannemen wat er is? Kun je toestaan dat het Mysterie het van je overneemt? Daar ben je nog wel even mee zoet. Daar kun je het voor vandaag wel bij houden. Als een lezer het al dan wel al eens zal lezen. Wie weet. Het is je gegeven. Met vreugde. Met plezier.   

Tuesday 22 February 2011

Het einde van Moamar

In zovele landen heerst de onrust. Het betreft vooral landen waar de Islam het voor het zeggen heeft, of liever, landen waar een tiran meent de Islam te moeten vertegenwoordigen. Maar ook in China borrelt het, hoewel we wellicht ergere dingen aldaar zullen zien te gebeuren in de loop van de volgende jaren. Nu blijkt dat de Confucianistische scholen aan populariteit winnen in China. Dat is mooi meegenomen. Na de chaos kan er daarna toch nog een beetje orde gevonden worden in de woorden van een oude wijze als K'ung-Fu-Tsu. In de I Tjing (yiying), het boek der veranderingen, staan veel commentaren van Confucius op de beelden waaruit het boek is samengesteld. Er zijn ook andere invloeden. Maar op zich denk ik dat het niet fout is dat de China het contact met de wortels van zijn cultuur probeert te onderhouden. Anderzijds is het geen oplossing voor menselijke en politieke problemen. Het lijkt een oplossing te bieden. Een teruggrijpen naar vroeger, naar overtuigingen, naar structuren, naar het verleden van de Oude Tijden. Kent u het volgende verhaal: God en de duivel liepen samen te wandelen en vonden voor zich, op de grond, de Waarheid die daar lag. God nam Het op, keek ernaar, en gaf de Waarheid aan de duivel met de vraag wat hij er nu mee zou doen. De duivel grijnsde, keek in Gods ogen en siste “organiseren”."
Het is geen gemakkelijke opgave, een samenleving organiseren. In landen als Egypte, Tunesië, Libië, ... is de werkloosheid heel groot. In China is er de sociale controle en de druk om te presteren, om geld te verdienen en om te voldoen aan de wensen van de partij, de voorouders en de familie. Confucius of Mohammed zijn lapmiddelen. Zij brengen geen soelaas. Misschien een valse zekerheid. Want dat is het verleidelijke aan al deze zaken, de drang naar geborgenheid. Het hopen en dromen van een redder, een systeem, een methode dat ons vrij zal maken. Maar kapitalisme, communisme of Islam, het zijn verwisselbare drogsystemen waarachter zoveel te verbergen valt, en waardoor enkel ellende en lijden het echte gevolg ervan zijn. Neen, de vraag is en blijft hoe ik, u en elk ander individu erin kunnen slagen hun eigen innerlijke revolutie waar te maken? Hoe kan iemand zichzelf bevrijden van alle conditioneringen waaruit zijn denken is vervaardigd? Hoe kan men elke identificatie loslaten en "zijn in het Zijn", op elk moment, in elk nu-gebeuren, zonder illusies en zelfbedrog? Als iemand voor de camera roept dat dit het "einde van Moamar Khadaffi" is, en daarbij roept "als God het wil" of "Inshallah", dan weet je zo dat dit slecht afloopt, en dat er na Moamar een Mohamad, een Mao of Boekido komt, die de estafette van het lijden weer verder zet. Niemand wordt als confucianist of islamiet geboren, maar het denken is er bij de geboorte wel al, en iemand wordt geconditioneerd tot Chinees, Arabier, Vlaming, maar deze conditioneringen zijn op zichzelf onzin, het zijn foefjes, speelgoed van de geest. Als kerk en staat bijvoorbeeld samenvallen in een land, dan staan individuele rechten altijd ter discussie, daar is geen ontkomen aan. En of de zogezegde god waarin men is geleerd te geloven het nu wil of niet, dat heeft met innerlijke revolte niets te maken. Innerlijke revolte legt alle Allahs, Mohammed, Moamars, Confuciusen en anderen gewoon naast zich neer. Men kijkt naar de zaken zoals ze er echt voor staan, en maken zichzelf niet meer wijs dat iemand, een systeem of een boek, tot de bevrijding zullen leiden. Dat is onmogelijk. Het is onzin. Weg ermee. Laat elke regering er een zijn van lopende zaken. Elk van u is zijn eigen land, zijn eigen waarheid, weg en leven. Het moge je goed gaan. Genegen.   

Monday 21 February 2011

Uw dienaar

Je kijkt er graag naar. De mensen in het koffiehuis. Snoeper die je bent. Die daar, dat koppel tegenover je, waar zouden zij het over hebben? De dagelijkse zorgen? Verslag uitbrengen van het voorbije weekend? Of betreft het, zoals in jouw situatie, een verslag van een voetbalwedstrijd, zoals bij die kleine neef Tiemo, die gisteren blijkbaar zo zijn best heeft gedaan? Enkele obers, duidelijk bestemd voor de herenliefde, lopen hels heen en weer. Leven in de brouwerij. Zo hoort het ook. Je komt weer tussen de mensen. Aan de andere kant wellicht moeder en dochter op stap. Koffieklets. Of gezeur over de mannen, over vader en schoonzoon. het zijn beelden waardoor je zelf je moeder zaliger met weemoed mist. Het is lang geleden dat je aan haar dacht. Het is druk in de stad. Auto's rijden stapsgewijze huiswaarts. Spitsuur in Roeselare. Het meisje, met moeder, verlaten de zaak. Zij draagt dezelfde lederen jas als jouw vrouw. De theatervoorstelling van Dirk en Johan was ontroerend eerlijk. Het bood een poëtische inkijk in het universum Dirk Clement. En musicaal stond een sterke, open Johan op het podium. De jongen (hij blijft er nog steeds speels jongensachtig uitzien) heeft zoveel in zijn mars. Inhoudelijk was het thema de liefde en de man-vrouw relatie. Je zag een spiegel en je keek erin. Soms betrapt, soms beschaamd, soms om te gieren. Want waar heb je het over, in het leven? Behalve de was, de plas, de tuin en het werk? Over de liefde? Soms, maar is dit wel de liefde, of eerder eigenliefde, narcisme, geilheid, schaamteloze bezitsdrang, afgunst, ...? Je voelt, ziet, hoort en merkt de patronen. Bij de ander. Bij jezelf. Gevangen in de interesse in wat je al kent. Het houdt jou ge-boeid. Ook al is de ultieme wens de vrijheid. Je maakt je vrijheidsdrang tot hoofdthema van het leven, maar onderwijl zit je klem. Je cultuur, dit land, je ouders, deze samenleving, je vrouw, dochter, vrienden, ... Je gelooft hen allemaal. Je bent hen allemaal. Zelfs je verzet tegen hen vormt gedeeltelijk je cel. Is een ontsnapping mogelijk? Is het uberhaubt wenselijk? Is vrij zijn een opperste staat van bewustzijn? Je droomt. En zelfs je dromen zijn patronen. Je droomt in beelden die je kent en voor mogelijk acht. Als je vrij wil zijn, moet, zoals Krishnamurti het zegt, je denken volledig ophouden te bestaan. Want denken is tijd, is verleden, zijn patronen, en een patroon is sowieso onvrij. Als dit ophouden geen dood betekent, wat is het dan wel? Koffieklets met moeder of vrouw? Social talk ter ere van de lieve vrede of in functie van wat werk? Kan het echter nieuw leven betekenen? Kan dit vrij zijn van denken, op elk moment, een bevrijding uit de boeien zijn? Dat is waarover je denkt, terwijl je nipt van de koffie. Een van obers glijdt voorbij en lispelt een klant iets toe. Vanavond in "man Bijt Hond" een stukje over je voornaam. Men vindt het vreemd dat je ouders jou deze naam gegeven hebben, maar zelf ben je blij. Hoe ouder je wordt, hoe speelser en hoe meer je ziet dat alles, ook de hersenspinsels hierboven, niets meer zijn dan een spel der goden. En jij bent een van hun dienaren. Tot ter dood. Genegen.

Sunday 20 February 2011

De salsa van kauwen

En dan, op een zondag, over de velden de ochtendmist. Terwijl op bepaalde delen van de wereld revoltes plaatsvinden, of waar dan weer op andere plaatsen rust en vrede heerst, onderwijl, in de bomen de kauwen zien. Dat is wat er nu gebeurt. Heel banaal. Wat later vliegen zij over het huis. Het lijkt of ze dansen, de salsa, of gewoon wat de tijd verdrijven met elkaar te plagen. In de verte een hoopje kruin van wilgen. Ze werden de groei van het vorige jaar ontnomen. Wellicht steekt iemand het vuur straks aan, en zal er niets anders resten dan de as. Banaal en toch getuigend van een ontwapenende schoonheid. Buurman is blij dat ik terug ben. Een opperbeste man. Hij bekomt nog wat van opkomende katers en zo. Straks gaan we kijken naar een theaterstuk van "Cro Magnon". Een stuk dat de groep zelf heeft geschreven. "Man, Man, Man..." heet het. Om 16u in Ieper, in het cultuurcentrum. Dirk Clement en Johan Bulkaert zijn ondermeer de initiatiefnemers. Mooie mensen. Wijze mensen. Fijne mensen. Ik voel het. Het wordt een fijne dag. Ik wens jou van hetzelfde.  

Thursday 17 February 2011

Wilde ganzen

Het noorderlicht is toen niet gekomen. Er zit naar het schijnt enige vertraging op. En de venten op de bank hielden het uiteindelijk bij enkele bescheiden vragen en een sociaal beleefdheidsgesprek. Over de camper en mijn relatief droevige gezicht bleef het stil. Ik hou me zelf ook in, de laatste tijd, terwijl (er vliegen wilde ganzen voorbij, ik kan het horen door de avondstilte heen) de woorden rijkelijk wensen te vloeien. Er borrelt van alles binnen in. Verder is er een soort onderzoek naar mijn intenties. Hoe zit het daarmee. Zijn de bedoelingen goed, dan volgt de energie vanzelf, maar gezien er de afgelopen weken weinig energie was, zijn de bedoelingen wellicht bedenkelijk. Of om het opnieuw met de woorden van mijn vriend de parcours, Thomas à Kempis, te zeggen: "Gaat het om Mij, dan zult gij zeer tevreden zijn, hoe Ik het ook regel, maar schuilt er iets van eigenbelang in, zie, dan komt het daardoor als Gé u gedwarsboomd en belast voelt". Dat is het net. Hoe kan op een of andere wijze het hemelse in mij behouden blijven en toch een weg vinden in de buitenwereld, zonder dat de onschuld verloren gaat, dus zonder dat eigenbelang en particularisme het willen overnemen? Kan men wel in de wereld zijn zonder van de wereld te zijn? Kan iets mezelf uitstrooien over meerderen dan enkelen? En is het mogelijk om kracht, vastheid, echt zijn, waarheid, glans en licht te behouden, en toch wendbaar en flexibel zich op te richten tegen de geliefden, naastbijen en vrienden? Is het leefbaar om de innerlijke, persoonlijke werking te behouden, en tegelijk uit te delen, in woorden en in daden? En is dat liefde, echte liefde, niet de valse, zelfzuchtige, romantische liefde? Kan ik de accu opladen terwijl ik geef en al gevend, opladen? Of moet er een tijd van teruggetrokkenheid zijn, bij tijd en wijle? Al zo'n zaken houden me bezig, terwijl het er au fond niets toe doet. Het zijn wat hersenkronkels (hoor, daar zijn ze weer, de wilde ganzen, op weg naar hun rustplaats) die enerzijds belasten, anderzijds even dienstig zijn als troost. Zou iemand dit alles lezen? Dit gewauwel van woorden. En toch willen zij een weg vinden tot bij jou. Dit kan niet toevallig zijn, want toeval is een illusie. Jij daar, in dat verre internetuniversum, fijn dat u er bent.

Wednesday 16 February 2011

Bij de mannen op de bank

"Mijn hart staat op het punt te bevriezen" zingt Stijn Meuris op de radio. Fijne synchroniciteiten. Een vogel die zijn nest verloren heeft wil wel vliegen, maar kan dit niet blijven doen. Vermoeidheid kan hem naar beneden doen storten. Waar vindt hij rust? Laag bij de grond? Wie zal het zeggen? Hoe vindt hij een nieuwe richting? Er is geen jager in de buurt. Nu is het Bob Dylan uit de radio. De Hurricane. Verder: twee oude mannen op een bank, een kapel ter ere van Maria... Misschien was een klooster iets voor mij geweest. Dan had ik de keuze vroeger moeten maken natuurlijk. Eenmaal vijfenveertig is er geen sprake meer van een late roeping, maar van een overjarige roeping... Neen, het kan niet meer. De indoctrinatie en conditioneringen van een of andere sekte, wat elke religie in feite is, kan mij niet meer in de boeien slaan. Niet dat de romantische partnerrelatie anders is. Ook deze is vergiftigd met ideaalbeelden, overtuigingen en illusies. Een hurricane. Dat is er van me geworden. Een nestloze vogel. De twee ouderlingen schijnen met dit alles geen problemen te hebben. Ze keuvelen lekker verder, en nu en dan zie ik hen in lachen uitbarsten. Het is hen gegund. Ik probeer humor en troost te vinden bij een boek van Thomas à Kempis, maar behalve wat nostalgie is er niets in de woorden dat levend is. "Blijf standvastig bij Mij en gij zult vrede vinden. Laat alles wat voorbijgaat los: zoek het eeuwige." lees ik in het derde deel, tiende zin, op bladzijde 83, en ik denk daarbij: "het is waar, me god wat dit waar, alleen weet ik niet goed wie die "Mij" is, en ook niet wat dat "eeuwige" inhoudt. Zie, nu hebben zich twee andere mannen bij de eerste twee aangesloten en begint het bankje vol te zitten met keuvelende oude heren. Ik zou er kunnen naartoe gaan en een praatje slaan, maar durf het niet te doen. Voel me te slecht. "Wat denk je van een eierkoek, een koffie en chocolade, Bart?" En op bladijde 45: "Waarom zo ontsteld omdat het niet loopt zoals gij wilt en wenst? Gij zijt ellendig waar gij u ook bevindt en waarheen gij u ook keert, behalve als gij u richt tot God". Ok, maar wel wat zwaar op de maag. Waar is de vreugde, de humor en het plezier? Komaan zeg. Nu ga ik toch een praatje maken met de mannen op de bank. Wie weet beginnen we straks nog te kaarten of "jeux des boules" te spelen. Allez saluut en de kost. Ik moet het allemaal proberen te vergeten, en achter me laten, niet de situatie of de woorden, maar de verwarde innerlijke gesteldheid, en dan komt alles terecht.

Tuesday 15 February 2011

Het grootste gevecht

Laat er ons geen doekjes om winden. Komaan zeg. De strijd ligt niet buiten ons. De zonde noch de bok; de vijand noch het gevecht; dit alles is wel degelijk IN ons. En als al een queeste bestaat, is het dan niet deze van de weg naar zelfloosheid. Het lijkt zo simpel. Het is het ook. Daar is de adem. In elk van ons is de adem. Er bestaat niet zoiets als "mijn" adem en "uw" adem. Adem is adem. Adem is lucht. De deur gaat open en de deur gaat dicht. Daartussenin is niets. Waarom zou er vechten moeten zijn? Voor wie of wat? Kan een adem vechten tegen een adem? Maar goed, ook als het mezelf betreft. Hoe kan ik de ultieme zelfverwerkelijking verwezenlijken? Kan een "ik" wel iets "verwerkelijken"? Want alles is al. Is dit, wat ik schrijf, taoïsme? Mystiek? Blablabla. Woorden, definities, slogans, ideeën van anderen, enz.. Het grootste gevecht is de strijd met het "zelf". Altijd weer neigt er iets dat zichzelf "zelf" noemt en in mij werkzaam wil zijn. Het eigent zich vanalles toe. Het schept beelden waarbij het beeld zichzelf achterna wil hollen, als iemand die probeert zijn schaduw in te halen, of er achter aan te rennen. Het is vreemd. Maar iets anders in mij zegt dan weer dat het niets te betekenen heeft. Het doorziet het. Maar dat "het" is niet een "mij". Begrijpt u? Neen, het is simpel. Adem is adem, zowel in Europa, in Afrika of waar dan ook. Maar bon, de werkelijkheid van de wereld laat van zich horen. De financiën baren wat zorgen. We zien wel, dacht ik. En ja, we kijken wat er op ons af komt, in een open houding. En zie, zelfs de I Tjing, het zo geliefde boek, schijnt deze gedachte te ondersteunen en zegt met hexagram 5, Het Wachten: "Kracht laat zich door het gevaar niet overhaasten, maar neemt de tijd, terwijl zwakte erdoor in opwinding geraakt en het geduld verliest". Genegen groet. 

Altijd weer alleen

Het woord "alleen" heeft een mooie vorm, vind ik. Het "al" en het "een" vormen samen datgene wat u en ik wellicht zijn, het Al en het Ene, of anders gezegd: het Hele-Al of heelal. Dat zijn mooie woordspelingen, maar in de praktijk hebben dze geen enkele betekenis. Wat doe je als alles wegvalt? Wat doe je als je merkt dat de dingen van weleer niet meer voldoen? Hoe ga je ermee om wanneer je merkt dat het speelgoed wordt weggenomen. Krishnamurti noemde het allemaal speelgoed: onze ideeën, onze ambities, wensen, huizen, auto's, religies, identiteit, politieke ideeën, overtuigingen en conditioneringen. Als een kind -ik zie het zo voor mij, zoals Xem, het zoontje van de zus van mijn vrouw- dat speelt met een stuk speelgoed, en erg geconcentreerd bezig is, de "zin" ervan inziet en zich volop amuseert. Tot iemand het speeltje wegneemt. Wat zal er gebeuren, denk je? Xem zal huilen. En dat willen we niet. We willen geen verdriet, geen woede, geen eenzaamheid. Dus vullen we onze dagen maar met "alles onder de zon". Maar wat als al ons speelgoed weggenomen wordt? Wat als geen geconditioneerdheid meer voldoet? Wat rest er dan? Wat als er in die leegte wordt binnengegaan? Wat mij betreft, is er een dondere onzekere ingrond, een grondeloosheid, een diepe, heel diepe eenzaamheid. En ook al geeft die eenzaamheid een zekere opkomende vreugde, toch is er ook die weemoed, die spijt over dat "het dit maar is", dat "alles onder de zon getuigt van ijdelheid en een najagen van wind" (Uit "Prediker"). We troosten ons een beetje met een nieuw stukje speelgoed; een vrouw, een job, een "uitdaging" of wat dan ook. Misschien is dit te duister geformuleerd. Lao-Tse raadt aan om helemaal niet over dergelijke zaken te spreken. Hij zegt "mooie woorden zijn niet waar, en ware woorden zijn niet mooi". Ach zo. Fijn is dat. Groetjes. 

Monday 14 February 2011

Altijd weer beginnen

Een poging. Een start. Een nieuw medium. Tussen 2004 en 2008 schreef ik dagboekfragmenten (voorloper van blogs?) op mijn site (http://www.bartjebulteel.be/), maar ben er toen mee gestopt. Nieuwe technieken geven nieuwe mogelijke wegen om op te gaan. Misschien ga ik dit eens uitproberen, en u, beste lezer, u bent natuurlijk van harte welkom op deze blog, de BB Blog.