Monday 1 August 2011

Voor jou...

Zie hoe de mensen op het strand bewegen. Elk bezeten door hun ding. Alles is in verandering. Het zand, de zee, de duinen. Iemand slaat op een balletje. Vier anderen voetballen. In de verte zie je vliegers aan de hemel. Een meisje likt een ijsje. Een kleiner wicht, misschien een zusje (ze hebben dezelfde trekken in het gezicht), eet een wafel. De witte poedersuiker vliegt van haar weg, mee met de wind. Ook zij die liggen te bruinen, bewegen. Ze smeren zonnecreme, ze draaien zich, lopen naar de vloedlijn, wuiven iemand na, slaan de stokken van een windscherm in de grond, ... Dit is het leven. Zo stroomt het verder. Niemand houdt zich stil. Telkens jij ernaar ziet en uit de stroom wil stappen, lijkt het of je uit het leven stapt. Elke dag zijn dosis sterven. Zo lijkt het wel. Misschien heb je gedacht dat jij anders was. Pijnlijk blijkt daar nu niets van aan te zijn. Je bent, net als ieder ander, een bewegend, gebiologeerd en geconditioneerd menselijk wezen in dit heelal, in een bewegende kosmos waarin wetten gelden waaraan je je slecht kan aan onderwerpen. Als het hele-al Allah zou heten, dan klinkt het inshallah van zij die in de oosterse god geloven als een laatste waarheidsgetrouwe kreet waar al de rest tegen afketst, omdat al die rest leugens zijn en omdat leugens nu eenmaal afketsen als zij enige waarheden ontmoeten.

Ze lachen je nu vaak uit. Je delft vaker het onderspit. Kind en kraai lopen wel eens over je heen. Jouw grenzen zijn van elastiek. Vroeger vocht je. Vroeger was de beste verdediging de aanval, of je werd prikkelbaar, of helder cynisch, of je begon driftig te schelden. Dit lijkt nu lemaal zo verweg. Zonder dat jij of iemand anders iets heeft gedaan lijkt het wel of je bent gezuiverd, gelouterd. Er drijven andere motieven in je. Je lijkt wel op die kytesurfer die je ziet tuimelen van golf naar golf. Van verdedigen is er bij jou nog zelden sprake. Je laat alles gebeuren. De golven zullen je wel dragen. Je duldt. Je stoort je aan weinig of niets. Wel moeten ze van je vrouw en dochters afblijven. Verder laat je zijn wat er is. Maar ook hier rijst de vraag of je "zelf" zoiets "doet" of "beslist"? Of wordt zoiets gewoon gedaan in je. Het strijden van vroeger leidde tot gevechten van ego tegen ego. Gewelddadig, machtstrijd, delict. Het was nochtans net dat wat je rationeel nooit wilde. Maar zelfs iets "niet-willen" is het ego in actie. Wat een kluwen. Je raakt erdoor in de war. Het zand aan je voeten voelt warm, als aan de borst van moeder aarde, zo lig je daar in het witte zachte zand. Als er echt niemand is, verschijnt er een zien, dat stilte is, temidden alle beweging. Het is die stilte, die vrede dat je even, kortstondig, voelt. Ze grijpt je aan. Zonder te willen voel je enkele tranen uit je ogen wellen. Toch blijkt, met dit schrijven, een laatste restant. Zelfs dat zal moeten wijken. Je moet neerdalen tot in die diepste leegte. Het is de ingrond waaruit het heelal bestaat. Daar waar niemand is, daar ligt je echte thuis. Je bent erheen getrokken, somtijds. Je gaat verdr. Je geeft je over. Je zult je ten dienste stellen. Je kijkt naar de verte, naar buiten. Je kijkt naar de diepte, naar binnen. Alles wat je ziet is heel-al. Het is niet iets of iemand, maar een en al. En ook jij bent "dat".

Het is een laatste tekst. Misschien voorlopig. Misschien voorgoed. De blog zal in het wereldwijdeweb blijven hangen, voor zij die het ontmoet, en misschien, heel misschien zullen er zijn die er een beetje moed of kracht kunnen uit putten.

Vanaf 1 september mag je werken voor DeSOM Vzw, als ondersteuner voor de lokale besturen op het vlak van inburgering, integratie en diversiteit. Daarnaar zal jouw aandacht en liefde gaan. Een nieuwe beweging in jouw leven, naar daar waar ingrond jouw heeft gebracht.

Het is zomer aan zee
Jouw wil ligt er begraven
Een wind neemt je mee
Elke korrel zand, al het licht:
al dit alles is geschapen voor jou.

Wednesday 29 June 2011

Je opent alle deuren

Gisteren en eergisteren sloeg de hitte toe. De tropische temperaturen legden je lam. In Zwevegem gaf je een opleiding time- en selfmanagement. De deelnemers waren achteraf tevreden, zo bleek, terwijl jij tussendoor vaak het gevoel had dat je stonk naar zweet. Bij wijle probeerde je deze natuurlijke geur te camoufleren met deodorant. Thuis, in de tuin, waar je je rust terugvond, daalde de vochtige hitte op je lijf neer. De aarde en het gras roken naar ongedierte. Gelukkig dreef nu en dan een muntgeur in jouw richting. In de kruidentuin van Heidi staan erg veel muntplanten.Telkens een lichte bries in de munt passeerde, of nadat hond myrthe wild erdoor had gesnuisterd, schuifelde deze weelderige geur in jouw richting. Het lijkt of je van iets moet bekomen, maar je weet niet goed waarvan. Je laat de vogels, de zon, de hitte, de bries, de geluiden van auto's, kinderstemmen en hondengeblaf; je laat het met rust. Dit wordt een van je grootste competenties, het met rust laten en zich niet inmengen, inhaken of bemoeien. Dat is ooit wel anders geweest. Je geest wil het dus dit keer niet analyseren, niet verklaren of bekritiseren. Je laat toe, en dit toelaten is een zegen. Zo zou je het bij alles willen, maar van "willen" kan geen sprake meer zijn. Dat is net de illusie. Het is een zien, moment na moment. Dit is wat er de laatste maanden is gebeurd. Dit alles is de Genade. In deze "Genade" van de ingrond leg je je neer. De zwarte ligstoel in de tuin is op dit moment jouw wereld geworden. De nerveuze vogels zweven heen en terug, op zoek naar rust.

Elke avond schuift een uil voorbij
Hij komt uit het zuiden
En daalt neer, ergens nabij
Jij kent enkel de onwetendheid;
Deze Genade werd jouw gegeven:
het leven in Al zijn vol-ledigheid.

Het is zo mooi dat je ziet hoe dochter Zana nu ook een blog heeft gemaakt, in navolging van die "vreemde" vader van haar. Hij heet "Ask..." en vertelt over haar be-leven-issen.

Op 14 juli ben je een jaar allergie-vrij, dankzij een homeopathische dokter uit Roeselare, Inge Desmedt. Je bent haar in gedachten erg dankbaar. Meer dan twintig jaar heb je alhaast dagelijks een chemische pil geslikt; zyrtec, xiall e.a., en telkens je dit noodzakelijke (dacht je toen) vergif tot je nam, voelde je hoe je lijf verkramte en wou tegensputteren, maar in plaats daarvan werd je moe en slaperig. Je herleest een website op internet over Ribes Nigrum MG=D1 en de werking ervan, de invloed op de bijnierschors en de ontstekingsremmende eigenschappen van dit zwarte extract.

Vandaag is er meer wind. De verkoeling brengt kracht met zich mee. Heidi is het huis uit, aan het werk, en jij bent alleen, in het passiefhuis, als beschermer en behoeder. Je voelt je vredig met dit idee. Temeer gezien een vragentest blijkbaar uitwijst dat je behoort tot het Myers-Briggs Type INFJ. Hoewel typologie weinig of geen wetenschappelijke grond heeft, blijft het een interessant onderwerp, en als je over die INFJ leest, herken je zoveel bij jezelf. Als mogelijke jobs worden aangeraden: schrijver, leraar, trainer, consultant, artist, alternatieve geneeskunde, sociaal werker of HR-medewerker. Gezien de sollicitatieperiode waarin je je momenteel bevindt kan dit dienen als interessante informatie, zelfs rekening houdend met het relatieve waarheidsgehalte van al dergelijke tests.

De temperaturen in het passiefhuis zijn toch te hoog. Je opent alle deuren en laat de tocht door het huis waren, als een spokende geest. Dit staat je te wachten. Het staat er aan te komen, want ook innerlijk lijkt het of alle registers zijn opengetrokken en er niet iemand meer is die nog weerstand biedt. Ben je alleen, dan is het goed. Ben je in gezelschap, ook dat is goed. Het Al is goed, zoals het is. Het is Al goed, zonder dat het woord "goed" een betekenis in zich draagt.

Wednesday 22 June 2011

Die Ongelooflijke Stilte...

Een van de boekjes waar je erg van houdt heeft als titel: "Zoals Het Is". Tony Parsons is de auteur ervan. Zinnen en woorden die je raken, die je belangrijk vindt of die enigszins de kern weergeven van wat er staat, durf je al eens te onderlijnen of in te kleuren. Bij dit boekje is er echter al zoveel onderlijnd en gekleurd dat het op een plakboek lijkt; kleuren, uitroeptekens, omcirkeling, korte woorden in de kantlijn, enz.. Telkens je het opnieuw leest vind je er zaken in die je de vorige keer waren ontgaan. Een paragraaf die je dit keer met de neus op de feiten drukt is de volgende: "...Dus hoe kan ik je vertellen wat je moet doen of wie je moet zijn als je dat al bent? Het is belachelijk als mensen tegen andere mensen zeggen hoe ze moeten zijn om te kunnen ontdekken dat ze al aan het zijn zijn! Dit is de waanzin van de menselijke geest. Het is dus absoluut zinloos te proberen iets te veranderen of te verbeteren om iets te laten gebeuren. Het is al die tijd al aan het gebeuren en tegelijkertijd gebeurt er niets behalve de uitnodiging (om te ontwaken...). Het enige dat je kunt doen, is ontdekken dat er niets te doen valt. Dat is een enorme stap. Dat is revolutionair." Dergelijke zinnen raken je zo. Je ervaart ze als zo eerlijk en waar. En op bladzijde 44 is er sprake van iemand die "ontwaakt" werd tijdens het autorijden, ondanks dat de persoon ter zaken geen interesse had in dergelijke dingen. Je moest denken aan vriend Pieter-Jan die iets gelijkaardigs heeft meegemaakt. Verder deze morgen leende je de grasmachine uit aan de buren, die nu in alle ijverigheid hun bezigheden in die richting hebben gebracht. Voorts is er de neiging om toch weer de dingen naar de hand te willen zetten. Dat is dan weer wat er zich voordoet. Er is niet-iemand die dit doet, accepteert of beheerst. Het vindt plaats, niet meer en niet minder, want achter alle gebeurtenissen ligt die ongelooflijke stilte, die niets wenst, begeert of dwingt, maar slechts waarneemt en ziet hoe de dingen in het universum (en in jouw wereld) zich ontvouwen. Dus net zo, achter datgene wat zich "ik" noemt, is er een kijker die geen ik is, maar slechts ziet. Het is dat zien dat zo beangstigend en tegelijk bevrijdend is. Jawel, een angst ook. Een ongeloofelijke veelvraat van een angst. Nog nooit allicht, in jouw kleine bestaan, is de angst zo groot geweest als nu. Toch weet je ook dat dit het nu eenmaal is, dat je het daarmee moet doen. Al het geblaat van vroeger was overmoed, onkunde en onwetendheid. Met wat je nu ziet lijkt het of al de vrees die bij vroeger hoorde zich nu allemaal ineens aan jou openbaart. Een puber die volwassen is geworden en zelf kinderen krijgt, ziet plotseling, ineens, en eenmaal in dezelfde schoenen staand, welke angsten de ouders ooit hebben moeten doorstaan. Zoiets is het waar je doorstroomt. Maar het komt goed. Of neen, er komt niets dat nog niet al is. Dus het "is" goed, zoals het is, zoals het zich nu vertoont, zelfs in de vorm van angst. Je houdt even halt, beklijvend, stram, en ziet de woorden en letters voor jou op het scherm. Je weet dat zelfs dit onzin is, want woorden geven nooit weer wat echt is, de "waarheid". Het is een happerend pogen. Je was vanmorgen wakker om 5u15. Je was opgestaan voor een toiletbezoek. Maar eenmaal terug in bed verschenen ongevraagd herinneringen. Het OCMW Kortrijk van weleer verscheen aan je geestesoog, en namen rezen op (Tony Vanheusden, Ann Spriet, Dirk Devos, Anne Samyn, Annemie De Baes, Carine Callimin, Frank Claerhout, Anton Vandorpe, Pol Vandenweghe, enz...), en je zag en beleefde de ervaringen van weleer. Niets kon het tegenhouden of je terug toelaten tot de slaap. Uiteindelijk, eenmaal opgestaan en beneden zocht je steun in koffie. Buiten rustte de robuuste witte molen in het groene landschap. Eén iets is duidelijk geworden: je bent niet meer diegene die er toen was. Elk moment lijkt het of je bent opnieuw geboren, en geen van al die momenten is identiek aan een vorig. Je identiteiten wisselen net zo vaak. Hiernu zittend, aan de koffie, wat later voor het computerscherm, het zijn er al twee. De een heeft niets te maken met de ander. En ook al rijst nu en dan een herinnering op aan de vorige identiteit, er is geen zekerheid dat zij enig causaal verband in zich dragen. Het denken wil je dit wel doen geloven. Dat is het overleven van het denken. Maar diep vanbinnen, diep in een soort van weten, is er iets dat ziet dat niets blijvend is, of oud, maar dat de schepping een voortdurende toestand is van Zijn, in al zijn scheppen zo rustig en stil dat er haast niemand is die het merken kan. Het is in die rust en stilte dat je je thuis hebt gevonden. Soms.         

Wednesday 15 June 2011

Het Hermetisch Zwart

Romain Goderis wordt vandaag begraven in Stasegem (Harelbeke). Een gepensioneerd onderwijzer. Je werd door hem beïnvloed. Je bent ooit met "zijn" vijfde leerjaar meegegaan op bosklassen. Hij vond nadien dat je uitermate geschikt was om in het onderwijs te gaan. Dat is niet gebeurd. Maar je staat nu wel voor groepen om trainingen en opleidingen te geven, en dat is mede bepaald geworden door wat "meester Romain" jou wist te vertellen. De man was een vrolijk iemand. Als jongeman vond je soms rust in zijn gezin. Net nadat broer Lieven van overleden heb je voor het eerst weer kunnen lachen aan zijn keukentafel, onder een spelletje "manielen". Nu start er een andere periode in jouw leven. Je wilt het lesgeven loslaten. Een nieuwe wending nemen. Nieuwe wegen zoeken. Een tweede levenshelft. En je weet niet waartoe dit zal leiden. Met Romain stopt er een levens- en beroepsperiode, zo lijkt het wel. Morgen al een sollicitatiegesprek voor iets geheel anders dan lesgeven. Het lot lijkt zich prima aaneen te rijgen. Je hebt je vandaag dus voorbereid en gestudeerd over historische heuristiek, over Petrus Plancius, en toevallig ook opnieuw over Zeno gelezen, de hoofdfiguur uit het boek "het hermetisch zwart" van Marguerite Yourcenar, en op YouTube heb je naar filmpjes zitten kijken waar Marquerite zo waardig haar meningen deelt. Zij heeft haar kindertijd doorgebracht in Rijsel en aan de grens met Frankrijk, aan de Zwarte Berg. Haar boek verwijst naar een alchemitisch proces waarbij het zwart voor de chaos staat, waar alles ineenvloeit of samenkomt, en waar ook alles uit ontstaat. Leven en dood vallen er in samen. Hetzelfde beeld vind je terug in het oosten, in China, waar men over Tao (of Dao) spreekt in eenzelfde beeld, als oerchaos en oerbegin, als Bron waaruit alles ontstaat en aller naar terugkeert. Met jou gebeurt vandaag hetzelfde als "in zwart". Een namiddag met enerzijds weemoed en herinnering, met anderzijds geloof in een andere toekomst, in een vernieuwing en verjonging. Je raadpleegt het orakel. Dit spreekt over "De Innerlijke Waarheid". Met als natuurbeeld "de Wind over het Meer". BinnenIn dit Teken is een vrucht in de leegte... Als een ei dat uitgebroed moet worden... In de kiem is het nieuwe aanwezig. Welke vorm de toekomst precies zal aannemen, dat kan niemand voorspellen. Maar onderwijl blijven jouw gedachten bij de familie van Romain, bij zij die achterblijven en die je veel sterkte wilt toewensen. Verder rest de stilte.    

Monday 30 May 2011

Een perfecte orde...

De orde is niet altijd duidelijk. Natuurlijk komt na een onweer een open hemel, en zon en blauw. Gisteren was er zoveel wind. Nu is die gaan liggen. De patronen in de natuur zijn eens helder, dan weer duister en geheim. Maar hoe zit het met de orde in jezelf? Je vraagt het je af? Wat is de richtlijn? Wat de norm? Er is zoveel weggevallen, sinds je jeugd en kindertijd. Je merkt om je heen dat allen op zoek zijn naar veiligheid, helderheid en orde. Het valt ook op dat enkelingen zich laten vangen aan dezelfde schijnoplossingen van weleer: externe macht, politiek, leiders, structuren. Jij ziet het anders. Voor jou ligt de orde in de wanorde. Er is niet iets nodig van buitenuit. Het zal, eenmaal van buitenuit, omgekeerd werken binnenin. Dus laat je dat wat drukt en duwt en dwingt; de prikkels van reclame, van angscreatie, van begeerte en verlangen, even voor wat ze zijn, en je tracht dit alles te doorzien, maar dat valt niet altijd gelijk mee, gezien de verleidelijkheid en de beloftes die de buitenwereld lijken te bieden. De troost is evenwel niet gebleken die te zijn van een parakleet, van een innerlijke christus, of van het lot zo je wil, of het hemelse mandaat, maar het is een bedriegelijke schijn, als de schaduwen in de grot van Plato. Ze zijn vals. Ze hebben geen body. Het zijn slechts beelden, lege wind en gedachtenkronkels. Elkeen gaat evenwel op die manier zijn eigen weg, in een wereld van veranderingen en wisselende gedaantes, en elk van ons zoekt zijn orde, wil zich houden aan de eigen discipline, maar als er geen inzicht is in binnen, dan is er de neiging om het heil, of het kwaad, enkel te zien buiten zich, te projecteren op anderen: de partner, de collega, de baas, de buur, de vreemdeling, de andere, ... Het is onduidelijk waar dit leven naar toe stevent. Je moet je schikken naar dàt leven. Dit schrikt je wel vaak af. Het stelt je soms teleur. Het trotseert je ego. De orde van het leven is de enige orde geworden. Wellicht is er inderdaad geen andere orde dan deze, dan dit Dao waar zo weinigen zich naar richten. Maar ook al richt men er zich niet op, en stroomt men tegenwaarts, er is geen andere weg dan deze, en al het verzet is vergeefs, en is op zich weer onderdeel van de natuurlijke orde,  nu eens in de vorm van een waanzinnig streven naar een gedachten-identiteit die je jezelf hebt aangemeten. Maar wat, Bart, is nu jouw plaats in deze stroom? Waar nestel jij je? Behalve op je vrouw ben je verliefd op een boek, al meer dan vijventwintig jaar. Je weet het, normaal is dat niet. Een mens zou voor minder twijfelen aan de staat van psychische gezondheid. Een toch, jedoch, jij en het boek en de orde, ze zijn verweven in het levenskleed dat je draagt. Je vindt het vreemd dat niet meer mensen interesse hebben voor de I Tjing, het boek der veranderingen. Dit wonderbaarlijke Chinese geschrift toont de binaire code achter de dingen, de mensen, de wereld en het heelal. Misschien ervaren velen het als tè moeilijk, tè ver-van-mijn-bed, op als tè Chinees. Nochtans zijn de tekens, de lijnen en de orakelteksten voor jou zo helder als de zon en de maan. Maar misschien is ook dit valse schijn, en houd je je slechts vast aan een tak boven de afgrond. Wat ga je doen als iemand jou toeroept dat je moet applaudiseren (voor het leven)? Zelfs de I Tjing is beperkt, is bepaald en geconditioneerd. Maar jij vindt er blijkbaar orde in. "Elk volgt het hem verwante". Meer is het niet. Je hoeft er anderen niet mee lastig te vallen. Dat is het. "Waar het hart van vol is, loopt de mond van over", maar jij kan beter zwijgen. De I Tjing -en bij nader inzien het ganse leven- zorgt wel voor zichzelf. Je bent thuis vandaag. Vanavond een les mindfulness geven, maar voor de rest ben je vrij. Zalig is dat. Je zou vanalles kunnen doen. Wandelen, in de tuin werken, een bezoekje brengen aan vrinden, enz.. Maar je kiest ervoor om niets te "doen", maar om te "zijn". Laat gewoon maar komen wat er komt. Je ziet wel. Soms zijn het kleine dingen die je raken. Een dode vlieg op de grond; een gezoen; een stem; een geur. Of een wondje op de huid. Zoals zaterdag, in de toneelopvoering van dochter Zana. Zij speelt bij Lara Taverne in Brugge. Zana bracht er een kleine monoloog, over een wondje op haar voet. Heel goed gedaan. Zo trots als een aap was de papa. Nu merk je inderdaad een klein wondje op je teen. Je kijkt er rustig en aandachtig naar. In de douche ontspant de voet. Het voelt haast teder, het warme water op je lichaam. Op een passende manier loopt het water op de huid naar beneden, in de douchekuip, naar de afvoer, en zo volgt het verder een eigen weg naar buiten, naar de diepte, tot in zeeën en oceanen. In een perfecte orde...  

Tuesday 17 May 2011

De onzichtbare osteopaat

Je hebt het begrepen. Denk je. Maar hoe voelt het? Bevrijdend. Als doodgaan. Wellicht. Misschien dat sommigen het "inzicht" zouden noemen. Of "paradigmawissel". Woorden, woorden, woorden. Definities als visnetten die trachten te wereld te vangen. Het wordt alsmaar minder nodig, die woorden. Je twijfelt of een website, een blog, een boek, een verhaal, een gesprek, een vraag... of het allemaal wel hoeft. Je weet niet meer of het niet een oorzaak is van alsmaar meer chaos, van verwarring. En dit als poging om het leven te willen begrijpen. Woorden zullen het niet in de plaats doen van contact, van verbondenheid, van aandacht en tijd maken voor wat er zich aandient. Toch is het zo dat je je vandaag weer nestelt in woorden van anderen: de "I Tjing essenties" van Han Boering (heel goed) en de zhuangzi (fantastisch alweer). Je verglijdt in de flow van het lezen. Onderwijl, op de achtergrond, hoor je het commentaar bij de Giro, de ronde van Italië, waarin men het heeft over de Erna en Sicilië. Dus moet je denken aan Anne en Dominique aldaar. De zee is er relatief ruig. De hemel lijkt er bewolkt te zijn. Vreemd in deze tijd, vanuit Handzame een gluur kunnen leggen naar een Vulkaan in het zuiden van Italië. Mochten Etruskische of Romeinse inwoners dit hebben mogen meemaken, Jezus zeg. En toch, heden, hier en op dit moment, keren de zaken in rondjes heen en weer. Je moet bij de zinnen van de Taoïst Zhuang Zi innerlijk lachten. De herkenbaarheid van kleine en (schijnbaar) grote zaken. Zoveel eeuwen lang al gebeuren dezelfde dingen, herhalen de verhalen zich in een andere klank, in een andere gedaante, door een ander gezicht. Wijzen als Zhuang Zi bestaan ook nog vandaag de dag. Een Eckhart Tolle, of zo iemand. En alweer zijn er ook het "brood en spelen". Vanavond Genk tegen Standaard. De gedrogeerde renners in de bergen, als helden in de arena. Op televisie, nu (15u op de klok) een aliënachtig menselijk wezen, met strikje, dat in archaÏsche bewoordingen opnieuw dezelfde beloftes maakt, zoals in alle eeuwen voor ons, en die dezelfde lege woorden uitkraamt die niemand nog gelooft. In  de cafés wordt het weer lachen geblazen. Zhuang Zi had er wel een mooi cynisch verhaal over kunnen vertellen. Of je hond die deze morgen, zoals elke morgen, en zoals alle honden in alle tijden, haar eten krijgt. En een Heidi die uithuizig is, als een jager op een Mammoet, en terug zal keren met een buit, bij wijze van brood op de plank. Of de kinderen naar school. De aanstormende zomer na een ijzige winter. Een ongeval op de weg, met wat doden tot gevolg. Enkele avonden geleden een politiecontrole, en natuurlijk werd het blazen geblazen (maar clean, zoals het voor een geheelonthouder past). Neen, het is zo duidelijk geworden, op één of andere wijze, de eeuwige terugkeer der dingen. Iets is in je gekraakt, maar het doet je goed, ook al leek het bij aanvang een ongelofelijke ramp die op je afkwam, maar nu echter lijkt het een onzichtbare osteopaat die jou onder handen heeft genomen. Ambitie is verbleekt, is doorzien. Er is een leegte in je ontstaan die tegelijk alles omvat. Je bent teruggekeerd. Is het een essentie dat je hebt gevonden? Is het een gewoon menselijk patroon, behorende bij een bepaalde leeftijd? Is het een keuzeloos gewaarzijn dat geen ruimte meer laat voor de expansiedrift van een bodemloos ego? Wie zal het zeggen? Met de weemoed samen drijft een lichtheid naar boven. Het is alsof je nog slechts een korte tijd te gaan hebt (ook al zegt de ratio onmiddellijk dat een dergelijke uitspraak absurd is). Wat valt er nog verder te zeggen? Wat te schrijven? Laat er dat zijn wat er is. Het leven leeft zichzelf. Je hebt er niets aan toe te voegen. Je hoeft er niets van weg te nemen, niets te ontkennen. Het is een vrede. In de vrede kunnen je strijdende gedachten en gevoelens geen aansluiting meer vinden. In deze vrede is er rust, is er een zachte of zelfs een luidruchtige lach, en straks je hand die in de hare ligt, of jij die haar fluistert dat ze nooit mag vergeten hoeveel je van haar houdt. Zo zal zij in slaap vallen, terwijl jij wacht. Je kijkt naar het houten plafond. Je staart omhoog, dan weer sluit je de ogen. Je wacht en plotseling  -je weet niet meer precies wanneer- val je in een diepe slaap. Je vertrouwt erop dat het universum je ook morgen weer zal laten ontwaken. Zoniet, dan ben je weer tot de oorsprong teruggekeerd, in een rustig gemoed.  

Monday 11 April 2011

Terug naar binnen

De banden van de fietsen zijn weer opgeblazen. De buizen in de grond, die de ventillatie regelen, zijn van water geledigd. De blauwe folie aan de buitenkant van het huis is weer vastgemaakt. Voor als de wind zijn angels weer laat toeslaan. Het gras gemaaid. De kruidentuin heraangelegd. Bomen geplant. De ren van de hond Mirthe heringericht. Kortom: de lente is in zijn volle wasdom. De duiven roeken. Je ziet hoe de hond langs de afsluiting van de tuin heen en weer loopt. Zij is een jachthond. Ze wil eruit. De prooien liggen in de buitenwereld. Daar, in den vreemde, wat bevindt zich daar, braakliggend voor jou? Je wilt iets zinvols doen. Je zoekt nieuwe horizonten op. Het is er de tijd voor. Er is een kentering in je leven gekomen. Wat was is voorbij, en voldoet niet meer aan de nieuwe realiteiten. Het uiterlijke is aan een veriinerlijking toe; en wat van binnen leefde wilt er nu uit. Het is een totale ommekeer. En je begrijpt er absoluut niets van. Je probeert je vast te houden aan het drijfzand dat voorbijglijdt, met de tijd. Maar je ademt, helderder dan ooit, bewuster van elk woord, elke gedachte en elke daad. het is nu of nooit, een buigen, niet breken of bartsen. Het is diepgaand buigen voor het leven zelf, voor wat er zich aandient. De moed hebben om de dingen zich te laten voltrekken. Een handelen zonder te willen handelen. Zonder die absurde "wil" die alles wenst te beheersen, te regelen, te forceren. Het is zo moeilijk. En toch, er is geen andere weg. Dat is wat je voelt (en niet wilt voelen). Maar Mirthe trekt er zich niets van aan. Zij kijkt nog steeds, en enkel, naar buiten. De zon op je gezicht. Aan de tafel in de tuin. En je vindt niet de woorden. Ze rijzen op, uit het niets, uit slechts wat enkele neuronen, enkele synapsen die plaatsvinden in dat ijdele hoofd. Het is niet dat het niet de moeite is geweest, dat wat voorbij gegaan is, noch is het mogelijk geen enkel rekenschap te geven tegenover de toekomst. Waar het om gaat is dat "helse" nu, en de confrontatie met een "zelf". Het is zo zwaar als een "Vlaanderens Mooiste" of een "Parijs-Roubaix", daarin wordt het herkend, de heldentocht. Toch is niet aan de renners, niet aan een ander; geen baas, geen partner, geen ouder, kind, vriend of vijand. Daarin valt niets anders te herkennen dat de weerkaatsing van die heldentocht die elk van ons dient te gaan. Elke terugkaatsing van een projectie zie je als een kans, uitdaging en vingerwijzing van het leven. Hoe kan je het Midden bewaren? Hoe zou je ein kunnen slagen de oorspong, dat tegelijk het centrum is van alle leven (en tegelijk het meest haalbare), van de hele kosmos, te bewaren, te hervinden of op z'n minst ermee in het reine te zijn, ermee samen te vloeien, zonder weerstand of verzet? Wat wordt je thema van de dag, van de week, maand of zelf van je hele leven. Maar eerst je gaan klaarmaken, voor de mannen van Westlandia, voor wat ze daar noemen "de Kern". Je kijkt er al naar uit. De wind verzacht de warmte op je gelaat, je huid, het licht in de ogen, en je hoort de hond van de buren blaffen, de mussen die tsjilpen. Je wuift enkele muggen van je vandaan. Er is een kreet. Een geruis van vliegtuigmotoren aan de hemel, enkele wagens in de verte. Het is bijna middag. Een maandag. Je wenst allen alle goeds toe en gaat terug naar binnen. 

Monday 21 March 2011

De Woorden Der Tibetanen

Je voelt de lente. Je ruikt de lente. Zelfs je gemoed vlindert heen en weer. Je ziet in de velden een kat op en neer springen. Ze speelt wellicht met een buit. Nog verder naar de horizon toe verschijnen de eerste reuzen, de bonte koeien bij de Zarrenbeek. De zon giet haar laatste hete stralen over een opkomende nevel. De hond blaft irritant bij elke beweging die plaatsvindt in de tuin. Daar, aan het einde, huppelen konijnen achter elkaar aan. Waar komen zij plotseling vandaan, in grote getale? Pasen nadert, dat is duidelijk. Een verrijzenis. Dat is het geworden. Na een woelig en bewogen jaar. Opstand en vernieuwing. Dat is het. En toepasselijk ben je opnieuw een boek gaan lezen waar al je aandacht nu naar toe gaan: "Het Tibetaans Dodenboek" van W.Y. Evans-Wentz, met een inleiding en commentaren van die goede oude Carl Gustav Jung, waar je jaren geleden zo vertrouwd mee was. Maar een eerste boek is verloren gegaan. Je hebt het aan een vriend of kennis uitgeleend, maar het is nooit teruggekomen bij de eigenaar. Je hoop dat de lener er veel plezier aan beleefd. het is een biezonder boek. Het is een wonderbaarlijk boek. Je hebt het idee dat je het nu pas echt kan begrijpen. Twintig jaar geleden was je er te jong voor. De woorden heb je toen tot je genomen, maar er is zo weinig van blijven hangen. Het was te vroeg. Nu komt het zo gelegen. Je smaakt het, als de lente zelf, en het proeft naar leven, dat dodenboek. In feite is het een manier van kijken naar het leven. Het gaat om horen en zien, om een paradigmawissel van het denken, om een ommekeer. En in deze ommekeer bevind je zich helemaal, een wenteling, een midlife tijd. Is het omwille van Roosje, die gestorven is in augustus? Is het de afstand met je dochter? Is het de afstand doen van een project waar je op hoopte? Is het een loslaten van een groot gedeelte van je professionele activiteiten in december? Wat dan ook, de tijd was daar dat dit alles diende plaats te vinden om verder te kunnen gaan. En onderwijl besef je de waarde van wat er gewoon is, van elk moment. De lijster in de top van de berk bij de buren. Zijn klant is als de roep van de deva's. Je leeft weer op. Je ademt met de aarde mee die je hebt verlegd van de dijk achteraan de tuin naar de voorkant toe. Je wikt en weegt je woorden, want alles blijft uiteraard broos, en met het minste, de kleinste beroering is voldoende, slaat het weer om, en drijf je weer weg, in de ambitie, in het verdriet of in de zelfverachting. Hoewel je weet dat elke vluchtweg afgesloten is, mis je het drama waar je je zou kunnen in nestelen, maar deze is fake, zo weet je, zo zie je, omdat vluchten of hechten geen soelaas bidt, maar slechts uitstel, en waarom niet datgene doen wat gedaan moet worden, direct, dan uit te stellen naar een later, die misschien nooit zal komen. DUs geef je je over aan het moment zelf, aan een soort van "nu" en geniet je met volle teugen van elke adem, en lach je om je eigen opgeblazenheid, en luister je naar de woorden van de naasten. Of je leest, als voedsel traag bekauwend, de mooie woorden van het Bardo Thödol. Lang geleden, toen je een kleine jongen was, werd je 's nachts vaak wakker, niet uit nood, maar omdat je moeder opstond en te veel lawaai maakte, en toen je vroeg waar ze zinnens was naartoe te gaan, dan antwoordde zij dat ze naar de "vee-kliniek" op weg was, op de collegewijk in Harelbeke, waar een rust- en verzorgingstehuis gevestigd was, dat men toen -jawel verschikkelijk- vee-kliniek placht te noemen. En als het nacht was stierven daar vaak oude, demente, of erg zieke mensen, soms in totale vereenzaming, en moeder werd er dan, in de hoedanigheid van parochiale assitente, bijgeroepen, en vaak zat ze uren na elkaar bij zo een eenzame stervende, zonder kind noch kraai, zonder vrienden, familie en/of kennissen. Je vond het toen de normaalste zaak ter wereld, maar nu, zovele jaren laten, en moeder is allang dood, denk je terug aan die tijd, en valt het op hoe biezonder het in feite was. Met De Woorden Der Tibetanen merk je dat je eraan bent voorbijgegaan, dat je bewustzijn niet ver genoeg reikte, maar het kon ook niet anders, toen. Zoveel warmte en liefde rijst in je op. Het is als vallen al de schellen omje heen af, en ben je vrij geworden. Het is een eeuwig los te laten, een eeuwig sterven, dat is het echte leven, een waarlijk continue sterven, bij elke verandering dat zich voordoet. En loslaten is rouwen, en rouwen is iets wat in je omgeving niet zo is gekend, niet zo is aanvaard. Misschien is het dàt wat Jan Leyers in "Op Weg naar het Avondland" als queeste wist bloot te leggen. We zijn iets, op onze weg van Afrika naar Europa, doorheen de tijd, kwijtgespeeld. Een laatste geïnterviewde, een Ethiopische vluchteling, verwoordt het zo helder: "ik kwam in Europa en het eerste wat ik dacht is dat alles hier "af" bleek te zijn, maar ook vroeg ik mij af waarom iedereen maar druk doende bleef..." Een sterke observatie. Zijn we het loslaten kwijtgeraakt? Zijn we zo gehecht geraakt, zo verkramt en slachtoffrer van de gravitatie en het materialisme geworden, dat er geen ruimte meer is voor vreugde, voor vliegen, voor loslaten en vrij-Zijn? Een boeiende vraag. Je wilt een kosmopoliet wezen, maar uiteindelijk ben je zo klein dat zelfs de fruitvlieg hiertegenover een monsterachtige reus lijkt te zijn. Je keert terug naar de kindertijd, naar het klein-Zijn, en het heelt, als water op een warme zomermiddag. Het is een zegen. Je wacht veilig naar een hemels mandaat, dat zich kenbaar zal maken, als de tijd er klaar voor is, en het zal niets meer zijn dat wat er altijd is geweest; levend bewustzijn dat zich, behalve in elk ander levend en organisch partikel, ook in jouw uitleeft, als de kat in het veld, de konijnen in de verte, de blaffende hond of stralende zon. Er is zoveel liefde, zoveel uitdeinend licht, dat het Enige is. Het gaat je goed.      

Tuesday 15 March 2011

Een mooie dag

Het is een mooie dag, althans wat het weer betreft. Maar je werkt. Een drukke week. Je maakt een voorbereiding voor verschillende sessies training en coaching. Mindfulness doet goed, niet alleen voor de deelnemers, maar ook voor jezelf. Terwijl je geeft, neem je. Dat is goed. In Japan daarintegen is het geen zo'n mooie dag. De straling en viezigheid verspreiden zich aldaar via de lucht. Het gaat alle begripsvermogen te boven. Het lijkt mini-europa wel, een soort van pretpark, waar Europa in het klein wordt voorgesteld. In Japan lijken gebouwen, vliegtuigen en huizen als kleine speeltjes heen en weer te slingeren in modder en water. Heidi sluit ogen en oren voor de ramp, en je kan haar geen ongelijk geven. Wat is de meerwaarde ervan als je deze ramp volgt? Wat betekent deze informatie? Vervuilt zij niet je geest, je brein? Voedt het de angst en de onzekerheid? Maakt informatie bang, ja zelfs ongelukkig? Als je niets anders kan doen dan machteloos toezien, dan verschrikkelijke beelden opnemen op het netvlies van je ogen, maar verder geheel bent overgeleverd aan het aspect tijd? Misschien kun je gewoon de dingen laten zijn zoals ze zijn, hier, op dit moment, in Europa, België, zonder onverschilligheid, maar ook zonder leedvermaak, want zijn er niet velen die gewoon blij zijn dat het hen niet is overkomen, als het ware vrolijk opgelucht en blij... Maar kun je blij zijn in deze wereld? Is dit alles de zoveelste voorbode voor wat er volgend jaar te wachten staat? Volgens die verdoemde Maya's staat het einde van de wereld voor de deur. Zij hebben eeuwen geleden een kalender gemaakt die zou eindigen op 21-12-2012. Althans, er zou een nieuwe tijd ontstaan. De oude tijd zou eindigen met de "destructie door het vuur". Op zich is dit niet zo vreemd. Elke cultuur kent dergelijke voorspellingen. Volgens Nostradamus is het einde trouwens allang voorbij. Maar wat zo vreemd is aan de Maya's is dat vorige voorspellingen zo accuraat juist zijn geweest. Of was het toeval? Je wacht maar wat. Tot eind volgend jaar. Als we dat moment nog halen. Sommigen zeggen dat het een einde betekent van een soort van denken, van materialistisch en eng denken, en dat de nieuwe tijd staat voor een nieuw soort mens. Dat is aantrekkelijker. Tenminste als je bij de nieuwe soort mag behoren. Het betreft mensen die zich niets meer aantrekken van religie, natie, grenzen, wetten en besturen. Elk op zich is een land, is een wet en een religie, en elk op zich neemt vanuit zijn diepste mens-zijn de eigen beslissingen, de eigen keuzes en doet de daden die opwellen uit zichzelf. Hij heeft lak aan elke soort van gezag. Zou dit mogelijk zijn? Zou dit kunnen? Je durft er geen uitspraken over te doen. Maar als je Japan nu ziet, dan zal het erop aankomen. Elk zal er voor zichzelf staan. Geen overheid, geen nationalisme, kapitalisme, noch mens noch geloof zal redden of bevrijden. Het zal op de eigen innerlijke kracht aankomen. Is Japan een voorbode voor de rest van de wereld? Is dit wat ons te wachten staat? Angst, lijden, pijn en ellende? Je hoopt op beter. Uiteraard. Maar je bent niet opgelucht. En toch is er vreugde. Dat heeft niets met Japan te maken, of met het mooie weer, of met het feit dat je veel hebt gewerkt vandaan. Zeker heeft het niets te maken met die verdoemde Maya's van weleer. Er is alleen die Jou. Het spreekt op een beelderige wijze. Het is geen troost, geen toevlucht of haven. Het is alof je nu eindelijk je wil hebt weggelegd, en bereid bent te getuigen, te volgen wat die Jou in je aangeeft of verlangt. Je bent het met alles eens. Je weigert nog verder te vechten. Je legt alle agressie naast je neer. Ambitie smelt weg, als uraniumstaven in water, en er borrelt iets anders in je op, een leven dat geen einde kent, dat als de oorspong zelf is, de kern van alles. Je ziet een merel opvliegen. Hij schrikt van je gedachten. De zon lijkt melig. Ze is klein tegenover Jou in mij. Eindelijk lijkt er ruimte voor een vrij-zijn van een zelf. Het lijkt of je je voorbereidt op een soort van sterven. Het kan een fysiek einde betekenen. Je lijkt je er al mee te hebben verzoend. Het kan ook een geestelijk einde zijn. Wat dan nog. Je bent volkomen in rust. Je houdt je rug recht en volgt je adem. Deze gaat op en gaat neer, in zijn eigen ritme, als het hart van het heel-al dat op en neer beweegt. En daar ben je. Echt een mooie dag.      

Thursday 10 March 2011

Zij is van mirre

Je kijkt door het raam naar buiten. De tuin ligt er onafgewerkt bij. De voorbije dagen heb je wat inspanningen gedaan om de afsluitingen dicht te maken. De hond mag nergens kunnen ontsnappen. De kleinere ren aan de zijkant van de tuin is enkele vierkante meter groot, en Mirthe moet er een stukje haar thuis van weten te maken. Het water staat er. De voederbak. Een mand. Het gras is vlokkig geworden en vraagt om een afmaaibeurt. Alleen is het nog niet de tijd daarvoor. De ochtendrijm kan nog te veel kwaad aanrichten. Onderwijl ga je geregeld de tuin in. Je zet je op een bank of op de stoel helemaal aan het einde van de tuin, tegen de velden aan, waar een biologische boer zijn gewassen teelt. Je vraagt jezelf voortdurende af, de laatste weken, waarom een mens inspanningen met doen om zichzelf te verbeteren, als hij van nature toch al goed is. Waarom een beter en volmaakter mens willen worden als god je al geschapen heeft zoals je bent, als zijn goddelijke creatie, als zijn ziele-schepsel. Zonder een god betreft het een universum dat tot resultaat leidt in een menselijk wezen. Waarom zich al de inspanningen getroosten als het universum is wat het is, in zichzelf een en al, perfect en volkomen volmaakt als wat het is, gewoon, zichzelf. Elke mysticus stelt zich die vraag. Elke boeddhist, van hetzelfde. Waarom aan zazen doen als je al boeddha-geest bent, als boeddha-geest je eigen natuur is. Waarom dan iets aan die natuur willen veranderen? Het houdt je bezig, overal en tussen alle werkzaamheden door. Alsook een innig verdriet. Je weet niet wat het is, hoe het is gekomen en hoelang het nog zal blijven. Je dobbert wat rond. Alle hoop is op de lente gevestigd, en op deze tuin, die in al zijn eenvoud, alsmaar mooier worden zal. Dus gaat het van nature uit, zoals deze tuin. Is het zo dat verbetering, vanuit het binnenste komt, vanuit de eigen aard en natuur, zoals deze tuin? En vanzelf wordt alles mooier, veelkleuriger, ruimer, geuriger? Is het evenzo met een mens, en met alle pixels van de kosmos zo gesteld. Is de inspanning doen het "zijn" zelf, de natuurlijke aard van het beestje? Is een dergelijke inspanning-doen dan wel nog een "doen", of is het een "zijn", een ge-aardheid? Je weet geen antwoorden te verzinnen op zo'n moeilijke vragen. Jawel, je kan ze wel verzinnen, maar ze zullen van geen tel zijn. Stel dat het universum god is en dat je leeft in god, laat dan alles aan zijn wil over, laat je gaan en los jezelf op in dit goddelijke wezen. Zou daar de natuurlijke weg in uitstromen? Zou het in een dergelijke staat uitmonden, in het één-Zijn? En is dat dan de dood? Of kan een dergelijke staat ook tijdens het leven worden gevoeld? Je nipt nog even van je koffie, je droogt een traan met een zakdoek weg, en langzaam slenter je naar de achterdeur. Als die eenmaal open is, treed je weer binnen in de waan van elke dag. Misschien is het beter zo. Misschien dat de waan de werkelijke wereld is, en dat het slechts een vluchtgedachte is te kunnen bedenken dat er andere soorten van "staat van zijn" bestaan dan het werkelijke leven van alledag. Of zoals je van Eckhart Tolle hebt gehoord, dat het NU altijd aanwezig is, als een stille achtergrond, als een "Heel-Al", zoals jij het noemt, en achter of voor dit NU, achter of voor dit Heel-Al, spelen zich allerlei taferelen af, nu eens leuk om te zien en te voelen, dan weer eens droevig, pijnlijk en triest. Op hetzelfde moment dat de Dalai Lama als politiek leider afstand neemt van de macht, worden ergens in Libië, mensen gefolterd om hun verzet, en onderwijl loopt je zus als verpleegster in een ziekenhuis te lopen, fietst je dochter naar een vriendin, vernedert een baas ergens in een fabriek een medewerker, roept een kok op een kelner, verkracht een soldaat een vrouw in een dorp, openen zich de deuren van een bus, sterft ergens een vader, een moeder of een kind, en jij, slenterend, jij opent de deur en zoent jouw vrouw op haar mond. Zij is van mirre. 

Monday 28 February 2011

I Tjing, zen en polyfonie

In feite is Han Boering een Nederlander met een Chinese ziel. Met Pieter-Jan Ardies van Sjiekong ben ik in de buurt van Amsterdam op bezoek geweest bij de auteur van "de I Tjing voor de 21ste eeuw", een voortreffelijk boek dat de volgende decennia als standdaardwerk kan dienen voor iedereen die de I Tjing, het boek der veranderingen, wil onderzoeken. Het is een uitermate boeiend bezoek, aan een uitermate interessante man. Hij is inmiddels 68 jaar, een heeft mei '68 intens doorgemaakt. Is provo geweest, thuisloze, zelfstandige, zeefdrukker, vader, weduwnaar, en zo veel meer. Hij vertelt honderduit en Pieter-Jan en ikzelf zijn soms verstild. Onhandig sleuren we met camera, kabels en microfoons, om een beetje onze onzekerheid en nietigheid te verbergen. Nochtans zijn de antwoorden van Han op de vragen van Pieter-Jan vrij identiek aan wat we al eerder hadden gehoord, voorbedacht of verondersteld, maar hier en daar is er iets dat raakt tot op het wezenlijke, zoals: "De intuïtie werkt perfect, maar gaat slechts in zovere op tot er enig iets van zelfzucht bij te pas komt, dan is de intuïtie meteen weer weg". Ik kan er alleen maar mee instemmen. Gelijk heeft de wijze man. Het baardje van Han Boering is Chinees. Het is smal aan de zijkanten, op de wangen, en het loopt in een piek naar beneden uit. Nu en dan wrijft hij met de vingers over het sikje, als hij nadenkt, en met zo veel liefde spreekt hij over de moeder van zijn kinderen. Wat moet hij die vrouw hebben liefgehad. Onderwijl rookt hij de ene sigaret na de anderen. Als het wat laat wordt in de namiddag drinkt hij een eerste glas wijn. De as van enige sigaret valt op tafel, op de stoel, op tafel. Het laatste veegt hij in een ruk weg en vertelt erbij dat de tafel pas is geboend, met was, terwijl hij de I Tjing kaarten op tafel legt en begint met het analyseren van de trigrammen en hexagrammen die voor hem liggen. Op de terugweg naar België doen Pieter-Jan en ikzelf een negesprek, met her en der een flarde die we hebben onthouden, dat ons heeft geraakt. De volgende dag, op zaterdag, zijn Heidi en ik naar Gent gereden, om er aan zazen te doen, in de zensangha van Frank Dewaele. Het deed ons beide zoveel goed. Lieve mensen ook. Een fijne sfeer. Met een veertigtal mensen in een grote dojo werd er ook geluisterd naar wat Frank ons wou vertellen over vier stukjes tekst, dialogen, met betrekking tot Joshu, een grote zenmeester van weleer. Een van de dialogen ging als volgt: Een monnik vroeg aan Joshu wat zijn familietraditie inhield, en Joshu antwoordde: "niets hebben van binnen en buiten niets zoeken". En als men aan Joshu vroeg wat de praktijk van zen inhield, antwoordde hij "de praktijk loslaten". Dat zijn heel diepzinnige dialogen. Ik moet ongewild aan Krishnamurti denken. "Niets hebben van binnen", het aan niets hechten, nergens mee identificeren, en van buiten "niets zoeken". En Frank geeft wat duiding, vertelt een anekdote die in verband staat ermee, betrekt er een van de luisteraars bij, enz.. Hij doet me een beetje aan de preek van een priester denken, maar dan spontaner, luchtiger en toch met meer diepgang. Inhoudelijk kan ik me helemaal vinden. Het is een beetje thuiskomen. Maar anderzijds is er de sluimerende ergernis. Ik wil er niet doof of ongevoelig voor zijn. Iets in mij trekt aan de bel. Een leraar vooraan, en volgelingen errond, het is niet echt mijn ding. Zelf volgeling zijn zou me niet lukken, en vanvoor gaan zitten, meer en meer merk ik dat ook dat niet tot mijn "ming" (hemels mandaat) behoort. Laat het tao maar stromen. Laat maar komen wat komt. Iets is mij wil liever de afwas doen, of stofzuigen, dan zogenaamde waarheden te vertellen aan nederige en volgzame luisteraars. Meer en meer is er de mening van "zoek het zelf maar uit", ik heb je niets te vertellen, en dus ook dit geschrijf zint mij alweer niet helemaal. Wellicht sluimert er een soort midlife crisis waar ik geen blijf mee weet. En anderzijds klopt het ook weer helemaal. Ik wil het anders aanpakken, andere dingen gaan doen, gewoon ruimte zijn, en de dingen zich laten voltrekken, zonder enig toedoen of bijdrage, omdat het ok is zoals het is, en elke bedenking slechts een opflakkering is in een koele zuivere wit-blauwe lucht van helderheid, een even microscopische verduistering van één pixeltje tegenover een heldere kosmisch grote achtergrond van hemels licht. Zoals in mijn veelvuldig terugkerende dromen uit mijn kindertijd. Een witte stip vliegt op me af en maakt een sonoor geluid, piepend, en met een alsmaar groter wordende snelheid vliegt het stipje op me af, en ik besef dat het, als een kogel, zal aanbelanden boven mijn neus, tussen beide ogen, maar ik kan niet weg, geen hoofdbeweging maken, en ik word gedwongen te kijken hoe het stipje op me afkomt, en op het moment dat het botst, word ik telkens wakker. Tientallen keren heb ik dat gedroomd, tot aan mijn veertiende jaar of zo. Van Gent reizen Heidi en ik, na een tussenstop in de Fnac (waar we eht boek "in stilte" hebben gekocht van Mirjam van Biemen over retraites in Nederland en België), naar Brugge. In de concertzaal luisteren we naar klassieke muziek, polyfonie. De twaalfstemmige muziek uit de 14de en 15de eeuw (o.a. Monteverdi) kan Heidi niet bekoren, maar ikzelf ben er wild van. Voor mij is dit engelenmuziek, hemels, de eesentie van muziek. Maar ik denk dat zoiets niet eensklaps gesmaakt kan worden. Er is een zekere tijd voor nodig. Of leef-tijd. Ik weet het niet. Alleszins deed het me goed. En met jullie? Hoe vergaat het jullie elke dag? Ik wens jullie alle goeds toe, en hopelijk tot binnenkort.   

Thursday 24 February 2011

Alles is je gegeven

Je komt binnen. Duidelijk een fabriek. De parking is grijs. Het gebouw binnen is muf. Een kleine ruimte waar je de tien mensen te woord mag staan. Het is je taak. Jouw werk. De woorden komen en bereiken de leegte van de ruimte. Sommigen pikken het op. Anderen blijven gevangen in hun eigen gedachten. Ze kijken nu eens verbaasd, dan weer geamuseerd en soms verraadt hun blik het ongeloof. In de reacties komen al de klassieke weerstanden en patronen naar voren. Communicatie is vrij voorspelbaar. de vooringenomenheid en het geloof in de eigen overtuigingen hardnekkig en standvastig. Mensen veranderen niet gemakkelijk. Het is te bedreigend. Maar soms is er iemand van wie duidelijk wordt dat een gevoelige snaar werd beroerd. Er volgt openheid. Je ziet het aan de lichaamstaal. Hij gaat stralen. Er ligt hoop in het gelaat. En daarvoor doe je het. Niet voor de halsstarrigen. Niet om je gelijk te halen. Wat zou het? Het interesseert je geen aap of iemand jouw woorden wil aannemen of niet. Elk van hen is vrij. Elk van hen staat het zelf vrij om te beslissen of ze zichzelf willen ontslaven of niet. Je hebt er geen aandeel in. Het is niet door jouw toedoen. Deze illusie is gelukkig opgebrand. Het heeft niet met jou te maken. Dat is aardig. Toch zweet je wel, onder je oksels. Het is telkens weer van dat. De energie zet zich om in adrenaline, vervolgens in stress en dan in transpiratie. De deo helpt wel. Je hebt deze jaren geleden al ontdekt. En dan, ineens, is er een boeiend verhaal. Iemand in de groep heeft het over een televisieprogramma op National Geographic, dat als onderwerp "communicatie" had. Hij vertelde jou erover. Hoe een man een paard mocht tekenen. Dat hij dat deed en het resultaat niets meer was dan enkele potloodvegen en uiteindelijk een primitief-kinderlijk beeld van iets wat op een paard moest lijken. Daarna beïnvloedden de onderzoekers de hersenen van de man en konden op deze manier het mentale geconditioneerde beeld in hem verwijderen. Als de onderzoekers nadien vroegen om een paard te tekenen, dan bleek de man dit perfect en gedetailleerd te kunnen. Daarme wou men aantonen dat communicatie en geconditioneerdheid het brein kon blokkeren, doen verkleinen, verschrompelen. Je hoort het aan. De jongeman vertelt het enthouwiast. Je bent erdoor geraakt. Hier ligt een diepe waarheid zomaar voor het grijpen. De anderen twijfelen, of het wel kan, wat een vreemd programma, of te moeilijk om te kunnen snappen. Alle gedachten zijn tijd, is het verleden, en is aangeleerd. En het aangeleerde beperkt ons. Nochtans zou het net het omgekeerde moeten zijn, en zou leren uitbreiding moeten betekenen. Toch kunnen concepten, patronen, vooringenomenheid, aannames, ons verhinderen om naar de wereld te kijken in zijn eenvoudige, feitelijke, ontluisterende en heldere kwetsbaarheid. Ook bij jezelf moet je bekennen dat het zo is. De verwondering is soms zo ver weg. Het maakt je droevig. De opvoeders, de samenleving, jijzelf, je hebt je zo bezwaard met voor-kennis, met volheid, terwijl in wezen alles wat bestaat niets anders is dan leeg, dan los, dan niet. Niets kan jij zonder Dit. Niets ben je als een "zelf". Alles is jou gegeven. Elke keer als je meent iets in eigen handen te hebben, dan ontglipt het jou, en telkens iets in jou toelaat te vertrouwen, dan komt het naar je toe, als bij een natuurwet. De naam doet er niet toe. De naam beperkt jezelf, beperkt ook Dàt of Dit", wat Het ook echt zou kunnen bent. Elke naam is onvolledig, onvolmaakt, vals en gemeen. Er is geen naam om Jou te benoemen. Dat is de frustratie. Het Mysterie met geen hersencel te kunnen bevatten, en toch er zo naar te hunkeren, er zo te te kunnen op vertrouwen, er zo zeker van te zijn dat Het hier, of ergens, altijd weer er Is. Het "Ik Ben die Ben" is een "Het Is Wat Het Is". Maar kun je aannemen wat er is? Kun je toestaan dat het Mysterie het van je overneemt? Daar ben je nog wel even mee zoet. Daar kun je het voor vandaag wel bij houden. Als een lezer het al dan wel al eens zal lezen. Wie weet. Het is je gegeven. Met vreugde. Met plezier.   

Tuesday 22 February 2011

Het einde van Moamar

In zovele landen heerst de onrust. Het betreft vooral landen waar de Islam het voor het zeggen heeft, of liever, landen waar een tiran meent de Islam te moeten vertegenwoordigen. Maar ook in China borrelt het, hoewel we wellicht ergere dingen aldaar zullen zien te gebeuren in de loop van de volgende jaren. Nu blijkt dat de Confucianistische scholen aan populariteit winnen in China. Dat is mooi meegenomen. Na de chaos kan er daarna toch nog een beetje orde gevonden worden in de woorden van een oude wijze als K'ung-Fu-Tsu. In de I Tjing (yiying), het boek der veranderingen, staan veel commentaren van Confucius op de beelden waaruit het boek is samengesteld. Er zijn ook andere invloeden. Maar op zich denk ik dat het niet fout is dat de China het contact met de wortels van zijn cultuur probeert te onderhouden. Anderzijds is het geen oplossing voor menselijke en politieke problemen. Het lijkt een oplossing te bieden. Een teruggrijpen naar vroeger, naar overtuigingen, naar structuren, naar het verleden van de Oude Tijden. Kent u het volgende verhaal: God en de duivel liepen samen te wandelen en vonden voor zich, op de grond, de Waarheid die daar lag. God nam Het op, keek ernaar, en gaf de Waarheid aan de duivel met de vraag wat hij er nu mee zou doen. De duivel grijnsde, keek in Gods ogen en siste “organiseren”."
Het is geen gemakkelijke opgave, een samenleving organiseren. In landen als Egypte, Tunesië, Libië, ... is de werkloosheid heel groot. In China is er de sociale controle en de druk om te presteren, om geld te verdienen en om te voldoen aan de wensen van de partij, de voorouders en de familie. Confucius of Mohammed zijn lapmiddelen. Zij brengen geen soelaas. Misschien een valse zekerheid. Want dat is het verleidelijke aan al deze zaken, de drang naar geborgenheid. Het hopen en dromen van een redder, een systeem, een methode dat ons vrij zal maken. Maar kapitalisme, communisme of Islam, het zijn verwisselbare drogsystemen waarachter zoveel te verbergen valt, en waardoor enkel ellende en lijden het echte gevolg ervan zijn. Neen, de vraag is en blijft hoe ik, u en elk ander individu erin kunnen slagen hun eigen innerlijke revolutie waar te maken? Hoe kan iemand zichzelf bevrijden van alle conditioneringen waaruit zijn denken is vervaardigd? Hoe kan men elke identificatie loslaten en "zijn in het Zijn", op elk moment, in elk nu-gebeuren, zonder illusies en zelfbedrog? Als iemand voor de camera roept dat dit het "einde van Moamar Khadaffi" is, en daarbij roept "als God het wil" of "Inshallah", dan weet je zo dat dit slecht afloopt, en dat er na Moamar een Mohamad, een Mao of Boekido komt, die de estafette van het lijden weer verder zet. Niemand wordt als confucianist of islamiet geboren, maar het denken is er bij de geboorte wel al, en iemand wordt geconditioneerd tot Chinees, Arabier, Vlaming, maar deze conditioneringen zijn op zichzelf onzin, het zijn foefjes, speelgoed van de geest. Als kerk en staat bijvoorbeeld samenvallen in een land, dan staan individuele rechten altijd ter discussie, daar is geen ontkomen aan. En of de zogezegde god waarin men is geleerd te geloven het nu wil of niet, dat heeft met innerlijke revolte niets te maken. Innerlijke revolte legt alle Allahs, Mohammed, Moamars, Confuciusen en anderen gewoon naast zich neer. Men kijkt naar de zaken zoals ze er echt voor staan, en maken zichzelf niet meer wijs dat iemand, een systeem of een boek, tot de bevrijding zullen leiden. Dat is onmogelijk. Het is onzin. Weg ermee. Laat elke regering er een zijn van lopende zaken. Elk van u is zijn eigen land, zijn eigen waarheid, weg en leven. Het moge je goed gaan. Genegen.   

Monday 21 February 2011

Uw dienaar

Je kijkt er graag naar. De mensen in het koffiehuis. Snoeper die je bent. Die daar, dat koppel tegenover je, waar zouden zij het over hebben? De dagelijkse zorgen? Verslag uitbrengen van het voorbije weekend? Of betreft het, zoals in jouw situatie, een verslag van een voetbalwedstrijd, zoals bij die kleine neef Tiemo, die gisteren blijkbaar zo zijn best heeft gedaan? Enkele obers, duidelijk bestemd voor de herenliefde, lopen hels heen en weer. Leven in de brouwerij. Zo hoort het ook. Je komt weer tussen de mensen. Aan de andere kant wellicht moeder en dochter op stap. Koffieklets. Of gezeur over de mannen, over vader en schoonzoon. het zijn beelden waardoor je zelf je moeder zaliger met weemoed mist. Het is lang geleden dat je aan haar dacht. Het is druk in de stad. Auto's rijden stapsgewijze huiswaarts. Spitsuur in Roeselare. Het meisje, met moeder, verlaten de zaak. Zij draagt dezelfde lederen jas als jouw vrouw. De theatervoorstelling van Dirk en Johan was ontroerend eerlijk. Het bood een poëtische inkijk in het universum Dirk Clement. En musicaal stond een sterke, open Johan op het podium. De jongen (hij blijft er nog steeds speels jongensachtig uitzien) heeft zoveel in zijn mars. Inhoudelijk was het thema de liefde en de man-vrouw relatie. Je zag een spiegel en je keek erin. Soms betrapt, soms beschaamd, soms om te gieren. Want waar heb je het over, in het leven? Behalve de was, de plas, de tuin en het werk? Over de liefde? Soms, maar is dit wel de liefde, of eerder eigenliefde, narcisme, geilheid, schaamteloze bezitsdrang, afgunst, ...? Je voelt, ziet, hoort en merkt de patronen. Bij de ander. Bij jezelf. Gevangen in de interesse in wat je al kent. Het houdt jou ge-boeid. Ook al is de ultieme wens de vrijheid. Je maakt je vrijheidsdrang tot hoofdthema van het leven, maar onderwijl zit je klem. Je cultuur, dit land, je ouders, deze samenleving, je vrouw, dochter, vrienden, ... Je gelooft hen allemaal. Je bent hen allemaal. Zelfs je verzet tegen hen vormt gedeeltelijk je cel. Is een ontsnapping mogelijk? Is het uberhaubt wenselijk? Is vrij zijn een opperste staat van bewustzijn? Je droomt. En zelfs je dromen zijn patronen. Je droomt in beelden die je kent en voor mogelijk acht. Als je vrij wil zijn, moet, zoals Krishnamurti het zegt, je denken volledig ophouden te bestaan. Want denken is tijd, is verleden, zijn patronen, en een patroon is sowieso onvrij. Als dit ophouden geen dood betekent, wat is het dan wel? Koffieklets met moeder of vrouw? Social talk ter ere van de lieve vrede of in functie van wat werk? Kan het echter nieuw leven betekenen? Kan dit vrij zijn van denken, op elk moment, een bevrijding uit de boeien zijn? Dat is waarover je denkt, terwijl je nipt van de koffie. Een van obers glijdt voorbij en lispelt een klant iets toe. Vanavond in "man Bijt Hond" een stukje over je voornaam. Men vindt het vreemd dat je ouders jou deze naam gegeven hebben, maar zelf ben je blij. Hoe ouder je wordt, hoe speelser en hoe meer je ziet dat alles, ook de hersenspinsels hierboven, niets meer zijn dan een spel der goden. En jij bent een van hun dienaren. Tot ter dood. Genegen.

Sunday 20 February 2011

De salsa van kauwen

En dan, op een zondag, over de velden de ochtendmist. Terwijl op bepaalde delen van de wereld revoltes plaatsvinden, of waar dan weer op andere plaatsen rust en vrede heerst, onderwijl, in de bomen de kauwen zien. Dat is wat er nu gebeurt. Heel banaal. Wat later vliegen zij over het huis. Het lijkt of ze dansen, de salsa, of gewoon wat de tijd verdrijven met elkaar te plagen. In de verte een hoopje kruin van wilgen. Ze werden de groei van het vorige jaar ontnomen. Wellicht steekt iemand het vuur straks aan, en zal er niets anders resten dan de as. Banaal en toch getuigend van een ontwapenende schoonheid. Buurman is blij dat ik terug ben. Een opperbeste man. Hij bekomt nog wat van opkomende katers en zo. Straks gaan we kijken naar een theaterstuk van "Cro Magnon". Een stuk dat de groep zelf heeft geschreven. "Man, Man, Man..." heet het. Om 16u in Ieper, in het cultuurcentrum. Dirk Clement en Johan Bulkaert zijn ondermeer de initiatiefnemers. Mooie mensen. Wijze mensen. Fijne mensen. Ik voel het. Het wordt een fijne dag. Ik wens jou van hetzelfde.  

Thursday 17 February 2011

Wilde ganzen

Het noorderlicht is toen niet gekomen. Er zit naar het schijnt enige vertraging op. En de venten op de bank hielden het uiteindelijk bij enkele bescheiden vragen en een sociaal beleefdheidsgesprek. Over de camper en mijn relatief droevige gezicht bleef het stil. Ik hou me zelf ook in, de laatste tijd, terwijl (er vliegen wilde ganzen voorbij, ik kan het horen door de avondstilte heen) de woorden rijkelijk wensen te vloeien. Er borrelt van alles binnen in. Verder is er een soort onderzoek naar mijn intenties. Hoe zit het daarmee. Zijn de bedoelingen goed, dan volgt de energie vanzelf, maar gezien er de afgelopen weken weinig energie was, zijn de bedoelingen wellicht bedenkelijk. Of om het opnieuw met de woorden van mijn vriend de parcours, Thomas à Kempis, te zeggen: "Gaat het om Mij, dan zult gij zeer tevreden zijn, hoe Ik het ook regel, maar schuilt er iets van eigenbelang in, zie, dan komt het daardoor als Gé u gedwarsboomd en belast voelt". Dat is het net. Hoe kan op een of andere wijze het hemelse in mij behouden blijven en toch een weg vinden in de buitenwereld, zonder dat de onschuld verloren gaat, dus zonder dat eigenbelang en particularisme het willen overnemen? Kan men wel in de wereld zijn zonder van de wereld te zijn? Kan iets mezelf uitstrooien over meerderen dan enkelen? En is het mogelijk om kracht, vastheid, echt zijn, waarheid, glans en licht te behouden, en toch wendbaar en flexibel zich op te richten tegen de geliefden, naastbijen en vrienden? Is het leefbaar om de innerlijke, persoonlijke werking te behouden, en tegelijk uit te delen, in woorden en in daden? En is dat liefde, echte liefde, niet de valse, zelfzuchtige, romantische liefde? Kan ik de accu opladen terwijl ik geef en al gevend, opladen? Of moet er een tijd van teruggetrokkenheid zijn, bij tijd en wijle? Al zo'n zaken houden me bezig, terwijl het er au fond niets toe doet. Het zijn wat hersenkronkels (hoor, daar zijn ze weer, de wilde ganzen, op weg naar hun rustplaats) die enerzijds belasten, anderzijds even dienstig zijn als troost. Zou iemand dit alles lezen? Dit gewauwel van woorden. En toch willen zij een weg vinden tot bij jou. Dit kan niet toevallig zijn, want toeval is een illusie. Jij daar, in dat verre internetuniversum, fijn dat u er bent.

Wednesday 16 February 2011

Bij de mannen op de bank

"Mijn hart staat op het punt te bevriezen" zingt Stijn Meuris op de radio. Fijne synchroniciteiten. Een vogel die zijn nest verloren heeft wil wel vliegen, maar kan dit niet blijven doen. Vermoeidheid kan hem naar beneden doen storten. Waar vindt hij rust? Laag bij de grond? Wie zal het zeggen? Hoe vindt hij een nieuwe richting? Er is geen jager in de buurt. Nu is het Bob Dylan uit de radio. De Hurricane. Verder: twee oude mannen op een bank, een kapel ter ere van Maria... Misschien was een klooster iets voor mij geweest. Dan had ik de keuze vroeger moeten maken natuurlijk. Eenmaal vijfenveertig is er geen sprake meer van een late roeping, maar van een overjarige roeping... Neen, het kan niet meer. De indoctrinatie en conditioneringen van een of andere sekte, wat elke religie in feite is, kan mij niet meer in de boeien slaan. Niet dat de romantische partnerrelatie anders is. Ook deze is vergiftigd met ideaalbeelden, overtuigingen en illusies. Een hurricane. Dat is er van me geworden. Een nestloze vogel. De twee ouderlingen schijnen met dit alles geen problemen te hebben. Ze keuvelen lekker verder, en nu en dan zie ik hen in lachen uitbarsten. Het is hen gegund. Ik probeer humor en troost te vinden bij een boek van Thomas à Kempis, maar behalve wat nostalgie is er niets in de woorden dat levend is. "Blijf standvastig bij Mij en gij zult vrede vinden. Laat alles wat voorbijgaat los: zoek het eeuwige." lees ik in het derde deel, tiende zin, op bladzijde 83, en ik denk daarbij: "het is waar, me god wat dit waar, alleen weet ik niet goed wie die "Mij" is, en ook niet wat dat "eeuwige" inhoudt. Zie, nu hebben zich twee andere mannen bij de eerste twee aangesloten en begint het bankje vol te zitten met keuvelende oude heren. Ik zou er kunnen naartoe gaan en een praatje slaan, maar durf het niet te doen. Voel me te slecht. "Wat denk je van een eierkoek, een koffie en chocolade, Bart?" En op bladijde 45: "Waarom zo ontsteld omdat het niet loopt zoals gij wilt en wenst? Gij zijt ellendig waar gij u ook bevindt en waarheen gij u ook keert, behalve als gij u richt tot God". Ok, maar wel wat zwaar op de maag. Waar is de vreugde, de humor en het plezier? Komaan zeg. Nu ga ik toch een praatje maken met de mannen op de bank. Wie weet beginnen we straks nog te kaarten of "jeux des boules" te spelen. Allez saluut en de kost. Ik moet het allemaal proberen te vergeten, en achter me laten, niet de situatie of de woorden, maar de verwarde innerlijke gesteldheid, en dan komt alles terecht.

Tuesday 15 February 2011

Het grootste gevecht

Laat er ons geen doekjes om winden. Komaan zeg. De strijd ligt niet buiten ons. De zonde noch de bok; de vijand noch het gevecht; dit alles is wel degelijk IN ons. En als al een queeste bestaat, is het dan niet deze van de weg naar zelfloosheid. Het lijkt zo simpel. Het is het ook. Daar is de adem. In elk van ons is de adem. Er bestaat niet zoiets als "mijn" adem en "uw" adem. Adem is adem. Adem is lucht. De deur gaat open en de deur gaat dicht. Daartussenin is niets. Waarom zou er vechten moeten zijn? Voor wie of wat? Kan een adem vechten tegen een adem? Maar goed, ook als het mezelf betreft. Hoe kan ik de ultieme zelfverwerkelijking verwezenlijken? Kan een "ik" wel iets "verwerkelijken"? Want alles is al. Is dit, wat ik schrijf, taoïsme? Mystiek? Blablabla. Woorden, definities, slogans, ideeën van anderen, enz.. Het grootste gevecht is de strijd met het "zelf". Altijd weer neigt er iets dat zichzelf "zelf" noemt en in mij werkzaam wil zijn. Het eigent zich vanalles toe. Het schept beelden waarbij het beeld zichzelf achterna wil hollen, als iemand die probeert zijn schaduw in te halen, of er achter aan te rennen. Het is vreemd. Maar iets anders in mij zegt dan weer dat het niets te betekenen heeft. Het doorziet het. Maar dat "het" is niet een "mij". Begrijpt u? Neen, het is simpel. Adem is adem, zowel in Europa, in Afrika of waar dan ook. Maar bon, de werkelijkheid van de wereld laat van zich horen. De financiën baren wat zorgen. We zien wel, dacht ik. En ja, we kijken wat er op ons af komt, in een open houding. En zie, zelfs de I Tjing, het zo geliefde boek, schijnt deze gedachte te ondersteunen en zegt met hexagram 5, Het Wachten: "Kracht laat zich door het gevaar niet overhaasten, maar neemt de tijd, terwijl zwakte erdoor in opwinding geraakt en het geduld verliest". Genegen groet. 

Altijd weer alleen

Het woord "alleen" heeft een mooie vorm, vind ik. Het "al" en het "een" vormen samen datgene wat u en ik wellicht zijn, het Al en het Ene, of anders gezegd: het Hele-Al of heelal. Dat zijn mooie woordspelingen, maar in de praktijk hebben dze geen enkele betekenis. Wat doe je als alles wegvalt? Wat doe je als je merkt dat de dingen van weleer niet meer voldoen? Hoe ga je ermee om wanneer je merkt dat het speelgoed wordt weggenomen. Krishnamurti noemde het allemaal speelgoed: onze ideeën, onze ambities, wensen, huizen, auto's, religies, identiteit, politieke ideeën, overtuigingen en conditioneringen. Als een kind -ik zie het zo voor mij, zoals Xem, het zoontje van de zus van mijn vrouw- dat speelt met een stuk speelgoed, en erg geconcentreerd bezig is, de "zin" ervan inziet en zich volop amuseert. Tot iemand het speeltje wegneemt. Wat zal er gebeuren, denk je? Xem zal huilen. En dat willen we niet. We willen geen verdriet, geen woede, geen eenzaamheid. Dus vullen we onze dagen maar met "alles onder de zon". Maar wat als al ons speelgoed weggenomen wordt? Wat als geen geconditioneerdheid meer voldoet? Wat rest er dan? Wat als er in die leegte wordt binnengegaan? Wat mij betreft, is er een dondere onzekere ingrond, een grondeloosheid, een diepe, heel diepe eenzaamheid. En ook al geeft die eenzaamheid een zekere opkomende vreugde, toch is er ook die weemoed, die spijt over dat "het dit maar is", dat "alles onder de zon getuigt van ijdelheid en een najagen van wind" (Uit "Prediker"). We troosten ons een beetje met een nieuw stukje speelgoed; een vrouw, een job, een "uitdaging" of wat dan ook. Misschien is dit te duister geformuleerd. Lao-Tse raadt aan om helemaal niet over dergelijke zaken te spreken. Hij zegt "mooie woorden zijn niet waar, en ware woorden zijn niet mooi". Ach zo. Fijn is dat. Groetjes. 

Monday 14 February 2011

Altijd weer beginnen

Een poging. Een start. Een nieuw medium. Tussen 2004 en 2008 schreef ik dagboekfragmenten (voorloper van blogs?) op mijn site (http://www.bartjebulteel.be/), maar ben er toen mee gestopt. Nieuwe technieken geven nieuwe mogelijke wegen om op te gaan. Misschien ga ik dit eens uitproberen, en u, beste lezer, u bent natuurlijk van harte welkom op deze blog, de BB Blog.