Thursday 10 March 2011

Zij is van mirre

Je kijkt door het raam naar buiten. De tuin ligt er onafgewerkt bij. De voorbije dagen heb je wat inspanningen gedaan om de afsluitingen dicht te maken. De hond mag nergens kunnen ontsnappen. De kleinere ren aan de zijkant van de tuin is enkele vierkante meter groot, en Mirthe moet er een stukje haar thuis van weten te maken. Het water staat er. De voederbak. Een mand. Het gras is vlokkig geworden en vraagt om een afmaaibeurt. Alleen is het nog niet de tijd daarvoor. De ochtendrijm kan nog te veel kwaad aanrichten. Onderwijl ga je geregeld de tuin in. Je zet je op een bank of op de stoel helemaal aan het einde van de tuin, tegen de velden aan, waar een biologische boer zijn gewassen teelt. Je vraagt jezelf voortdurende af, de laatste weken, waarom een mens inspanningen met doen om zichzelf te verbeteren, als hij van nature toch al goed is. Waarom een beter en volmaakter mens willen worden als god je al geschapen heeft zoals je bent, als zijn goddelijke creatie, als zijn ziele-schepsel. Zonder een god betreft het een universum dat tot resultaat leidt in een menselijk wezen. Waarom zich al de inspanningen getroosten als het universum is wat het is, in zichzelf een en al, perfect en volkomen volmaakt als wat het is, gewoon, zichzelf. Elke mysticus stelt zich die vraag. Elke boeddhist, van hetzelfde. Waarom aan zazen doen als je al boeddha-geest bent, als boeddha-geest je eigen natuur is. Waarom dan iets aan die natuur willen veranderen? Het houdt je bezig, overal en tussen alle werkzaamheden door. Alsook een innig verdriet. Je weet niet wat het is, hoe het is gekomen en hoelang het nog zal blijven. Je dobbert wat rond. Alle hoop is op de lente gevestigd, en op deze tuin, die in al zijn eenvoud, alsmaar mooier worden zal. Dus gaat het van nature uit, zoals deze tuin. Is het zo dat verbetering, vanuit het binnenste komt, vanuit de eigen aard en natuur, zoals deze tuin? En vanzelf wordt alles mooier, veelkleuriger, ruimer, geuriger? Is het evenzo met een mens, en met alle pixels van de kosmos zo gesteld. Is de inspanning doen het "zijn" zelf, de natuurlijke aard van het beestje? Is een dergelijke inspanning-doen dan wel nog een "doen", of is het een "zijn", een ge-aardheid? Je weet geen antwoorden te verzinnen op zo'n moeilijke vragen. Jawel, je kan ze wel verzinnen, maar ze zullen van geen tel zijn. Stel dat het universum god is en dat je leeft in god, laat dan alles aan zijn wil over, laat je gaan en los jezelf op in dit goddelijke wezen. Zou daar de natuurlijke weg in uitstromen? Zou het in een dergelijke staat uitmonden, in het één-Zijn? En is dat dan de dood? Of kan een dergelijke staat ook tijdens het leven worden gevoeld? Je nipt nog even van je koffie, je droogt een traan met een zakdoek weg, en langzaam slenter je naar de achterdeur. Als die eenmaal open is, treed je weer binnen in de waan van elke dag. Misschien is het beter zo. Misschien dat de waan de werkelijke wereld is, en dat het slechts een vluchtgedachte is te kunnen bedenken dat er andere soorten van "staat van zijn" bestaan dan het werkelijke leven van alledag. Of zoals je van Eckhart Tolle hebt gehoord, dat het NU altijd aanwezig is, als een stille achtergrond, als een "Heel-Al", zoals jij het noemt, en achter of voor dit NU, achter of voor dit Heel-Al, spelen zich allerlei taferelen af, nu eens leuk om te zien en te voelen, dan weer eens droevig, pijnlijk en triest. Op hetzelfde moment dat de Dalai Lama als politiek leider afstand neemt van de macht, worden ergens in Libië, mensen gefolterd om hun verzet, en onderwijl loopt je zus als verpleegster in een ziekenhuis te lopen, fietst je dochter naar een vriendin, vernedert een baas ergens in een fabriek een medewerker, roept een kok op een kelner, verkracht een soldaat een vrouw in een dorp, openen zich de deuren van een bus, sterft ergens een vader, een moeder of een kind, en jij, slenterend, jij opent de deur en zoent jouw vrouw op haar mond. Zij is van mirre. 

No comments:

Post a Comment